Dijken

Nederland kent ontzettend veel rivieren, slootjes en kanalen, die zorgen voor het afvoeren van het regenwater en smeltwater uit andere landen richting de zee. Niet alleen gebruiken we rivieren om onszelf tegen het water te beschermen, ook dijken spelen hier een belangrijke rol in. Of wat te denken van de deltawerken in de provincie Zeeland? Deze deltawerken werden na de watersnoodramp in 1953 aangelegd. Tijdens de watersnoodramp op 1 februari van dat jaar stond er een dermate zware wind vanaf de Noordzee, dat de dijken in Zeeland de kracht van het water niet meer aan konden. Bij deze ramp overleden maar liefst 1.835 mensen en circa 35.000 dieren. Het was voor de Nederlandse regering de reden om de bescherming van Nederland tegen het water nog eens extra goed te bekijken.

Naar aanleiding van de watersnoodramp in 1953 werd een zogenaamde deltacommissie aangesteld, die de taak kreeg om Nederland te beschermen tegen het water. Ook werd er een deltaplan opgesteld om de bescherming kracht bij te zetten. In dit plan werd onder meer vastgelegd dat dijken verhoogd en dammen verstevigd moesten worden. Deze plannen werden na het aannemen van de deltawet in 1958 uitgevoerd. Ook de bouw van de waterkering bij Rotterdam maakte onderdeel uit van dit plan. Met deze waterkering zou voortaan voorkomen worden dat het laagstgelegen deel van Nederland kon overstromen.

Het ontstaan van dijken

Dijken en dammen spelen een belangrijke rol in Nederland, omdat Nederland onder de zeespiegel ligt. De kans op een overstroming is hierdoor vrij groot in grote delen van Nederland, zeker toen er nog geen dijken en dammen in ons land werden gebruikt. Vroeger probeerde mensen zichzelf te beschermen tegen het water door terpen te bouwen, waarop zij leefden. Onderaan de terpen lagen de akkers, die regelmatig onder water kwamen te liggen. Wanneer er dieren op de akkers graasden, verdronken zij regelmatig.

Om het verdrinken van de dieren en het onderlopen van de akkers tegen te gaan, begonnen mensen ongeveer duizend jaar geleden met de bouw van de eerste dijken. Deze dijken werden voornamelijk gebouwd met kleinstenen en zand. Het merendeel van de dijken werd dicht tegen de zee gebouwd en dan met name in de provincie Zeeland. Nog steeds zijn hier kleine stukjes van deze dijken te vinden.

Door de jaren heen is de bescherming van Nederland tegen het water uitgebreid met verschillende andere hulpmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan gemalen, sluizen en stuwen.

Polders in Nederland

Sommige delen van Nederland liggen vol met polders, wat stukken land zijn die omringd worden door dijken. Polders liggen vaak erg laag, waardoor de kans groot is dat de polders vollopen met water. Dit kan water uit de zee zijn, maar ook regenwater van een hevige regenbui. Om ervoor te zorgen dat de polders droog blijven, maakt men gebruik van dijken en een gemaal. Het gemaal zorgt ervoor dat het water weggepompt wordt richting de rivieren. Vanuit de rivier wordt het water naar de zee afgevoerd.

Mocht er sprake zijn van een noodsituatie, dan kan de polder ook gebruikt worden om het water tijdelijk op te slaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld als het water in de grootste rivieren erg stijgt. Nu gebruikt men het gemaal om het water in de polders te laten lopen, zodat de kans op overstromingen in andere delen van Nederland afneemt. Door de dijken aan de rand van de polders, wordt het water binnen de polder gehouden en stroomt dit niet naar steden of dorpen. In de polders vind je vaak akkerbouw of veeteelt, zodat de polders gebruikt kunnen worden als buffer voor het overtollige water.

Op het moment dat het water in de rivieren zakt, kan de polder leeggepompt worden en weer gebruikt worden voor de akkerbouw en veeteelt. Zo bepaalt Nederland zelf waar het water stroomt, zonder dat het water dat voor ons bepaalt.

Bescherming van dijken

Door de jaren heen kunnen de dijken in ons land verzwakken, bijvoorbeeld doordat er te veel grondwater onder de dijken komt te staan. Om de dijken te beschermen kent Nederland een aantal organisaties die de dijken op slijtage controleren. Een van deze bedrijven is het Amsterdamse bedrijf Waternet. Waternet houdt in de gaten of de dijken in ons land hoog en sterk genoeg zijn en zal waar nodig zorgen voor reparaties aan de dijken.

Nu de klimaatverandering een steeds belangrijkere rol speelt, is de kans groot dat de dijken in de komende jaren verhoogd zullen worden. Als gevolg van de klimaatverandering smelten de ijskappen op de Noord- en Zuidpool, waardoor de zeespiegel stijgt. De kans op een overstroming neemt hierdoor toe, waarvoor we onszelf moeten beschermen. Om tijdig in te kunnen grijpen met dijkverhogingen, meet Waternet regelmatig hoe hoog het water staat. Ook houdt Waternet zich bezig met de bediening van de gemalen in ons land. Waternet bepaalt dus wanneer het water uit of juist in de polders moet stromen.

Natuurlijk onderhoud aan dijken

Waternet hoeft het onderhouden van de dijken niet helemaal alleen te doen. Op de dijken staat vaak veel gras, wat niet voor niets is. Vergelijk het met het helmgras in de duinen, wat ervoor zorgt dat het zand van de duinen niet te veel wegwaait. Het gras zorgt er met z’n wortels voor dat dijken steviger zijn. In veel gevallen laten boeren schapen op de dijken lopen, die ervoor zorgen dat het gras niet gemaaid hoeft te worden.

Eens in de zoveel tijd worden schapen naar het volgende deel van een dijk verplaatst, zodat het gras overal kort blijft. Voor de schapen is er voldoende gras op de dijken te vinden, waardoor dit een fijne oplossing is voor zowel Waternet, als voor de boeren.

Bronnen

 

Comments are closed.