Oostenrijk

Inhoudsopgave

  • Voorwoord
  • Hoofdstuk 1 Oostenrijk
  • Hoofdstuk 2 De natuur van Oostenrijk
  • Hoofdstuk 3 De geschiedenis van Oostenrijk
  • Hoofdstuk 4 De bevolking
  • Hoofdstuk 5 Toerisme
  • Hoofdstuk 6 Skiën in Oostenrijk
  • Hoofdstuk 7 Provincies
  • Nawoord en bronnen

Voorwoord

Ik houd mijn werkstuk over Oostenrijk omdat ik het een mooi en leuk land vind en ik er zelf vaak ben geweest. Ik ben al naar de bibliotheek geweest maar ik heb nog niet zoveel gevonden. Ik hoop dat ik nog wat meer vind en dat ik nog wat van het internet af kan halen. Ik hoop dat het een leuk werkstuk wordt en ik verheug me er op om het te maken.

In onderstaand kaartje kan je alvast zien aan welke landen Oostenrijk grenst.

H 1 Oostenrijk

Oostenrijk grenst aan acht landen. Duitsland, Italië, Zwitserland, Slovenië, Hongarije, Slowakije, Liechtenstein en Tsjechië. De hoofdstad van Oostenrijk is Wenen. Andere grote steden zijn: Salzburg, Innsbruck, Graz en Eisenstadt. Oostenrijk heeft veel verschillende gebieden. Het heeft uitgestrekte bossen, dreigende bergen en schitterende gletsjers. Oostenrijk is een ruim land. Het heeft een oppervlakte van 83.859 vierkante km. Van die 83.859 vierkante km is 68 % onbewoonbaar. Bergen en bossen zijn niet de ideale plekken om te wonen. Hoewel Oostenrijk twee keer zo groot is als Nederland, heeft het maar 8 miljoen inwoners. Er zijn weinig rijtjeshuizen. Bijna iedereen heeft een vrijstaand huis met in ieder geval een klein lapje grond. Ongeveer 25% van de bevolking woont in Wenen. In Oostenrijk spreekt 91% van de bevolking Duits. Vroeger werd Oostenrijk ook wel Felix Austria genoemd. Toen was het een land dat zich uitstrekte over een groot deel van de Balkan en Centraal Europa tot in de Oekraïne toe.

H 2 De natuur van Oostenrijk

Doordat Oostenrijk veel bossen en planten heeft, is er veel leven. Met 38% bos is Oostenrijk een van de bosrijkste landen van Europa. In de bossen vind je nog veel dieren. Herten vind je nog overal. Maar ook reeën, marters en alpenmarmotten laten zich graag zien. Als je één van de symbolen van de Alpen wilt zien heb je geduld en een verrekijker nodig. De steenbok, lynx en de wilde kat zijn namelijk schuwe dieren. Maar het meest bijzonder is toch de bruine beer. Dit beest was eigenlijk in de Oostenrijkse bossen uitgestorven. Men denkt dat de bruine beer vanuit Slovenië de grens is overgestoken.

De bergen zorgen ook voor veel bekijks. Het gebergte in Oostenrijk heet de Alpen. De hoogste berg in de Oostenrijkse Alpen is de Grossglockner. Het lijkt of de bergen er altijd zijn geweest, maar zo´n tweehonderd miljoen jaar geleden moeten de Alpen er totaal anders uit hebben gezien. Waar nu het gebergte de Alpen ligt was vroeger niks anders dan water. Het was een oerzee waar nu de Middellandse zee vandaan komt. Men weet dat doordat er schelpen en fossielen hoog in het gebergte zijn gevonden en omdat er lagen liggen die ook laten zien dat er vroeger water is geweest. De Alpen groeien al vijfenzestig miljoen jaar onafgebroken door. Boven de drieduizend meter ligt eeuwige sneeuw. In de winter valt er namelijk zoveel dat het in de zomer niet allemaal weg kan smelten.

De begroeiing van de berghellingen verschilt door de temperatuur. Tot de 800 meter heb je veel akkers en weiden. Boven de 800 meter vind je het meest loofbossen en niet veel hoger de naaldbomen. Boven de 1800 meter kunnen geen bomen meer groeien, daar is het te koud voor. Wel groeit er nog gras. Maar ook dat kan boven de 2200 meter niet meer overleven. Het enige dat daar nog is zijn rotsen, mos, en af en toe een verdwaald vetplantje.

Gletsjers

Veel mensen bekijken ´s zomers gletsjers, dit zijn dikke pakken ijs. Vanuit de verte lijkt het net eeuwige sneeuw. Gletsjers ontstaan uit dikke pakken sneeuw die blijven blijft liggen in kommen en tussen bergtoppen. De pakken ijs kunnen honderden meters dik worden. De onderste lagen sneeuw worden samengedrukt door de bovenste lagen, zo ontstaat er ijs. Op een gegeven moment wordt de druk op de onderste lagen zo groot dat deze beginnen te schuiven. Uit de ijslagen stroomt smeltwater. Het water is troebel en lijkt op een witachtige pap. Oostenrijk telt ongeveer 2000 gletsjers. Een voorbeeld is de Rhone gletsjer.

Lawines

Bijna elk jaar verschijnt er wel een bericht over een sneeuwlawine in de krant. Een sneeuwlawine is een pak losse sneeuw dat plotseling als een witte wolk naar beneden komt rollen. Vooral als het een koude nacht is geweest en er flink veel sneeuw is gevallen, staan er vaak borden dat je op moet passen voor lawinegevaar. Je hebt plakkerige sneeuw en je hebt poedersneeuw. Bij plakkerige sneeuw heb je niet zo gauw een lawine, maar bij poedersneeuw wel. Omdat de sneeuw los ligt kan ook maar een enkel schokje de sneeuw doen rollen. De snelheid van een lawine kan wel een snelheid van 300 kilometer per uur bedragen. De luchtdruk die voor de lawine uitgaat kan wel zo sterk zijn dat hij op een tegenoverliggende helling een bos kan ontwortelen. Vooral op de noordoostelijke hellingen is men altijd erg voorzichtig.

Rivieren & meren

De belangrijkste rivier die door Oostenrijk stroomt is de Donau. De Donau is 350 kilometer lang. Oostenrijk telt ongeveer 90 meren. Vooral in het gebied de Traun zijn veel meren met onder andere de Attersee, het grootste alpenmeer van Oostenrijk.

Grotten, spelonken & karstgangen

Grotten zijn bijna altijd ontstaan onder invloed van stromend water. Ze komen dan ook vrijwel uitsluitend voor in kalkgesteenten die goed oplosbaar zijn in water. Ondergronds kan zo´n gesteente uitgehold zijn door een groot aantal karstgangen. Er stroomt een rivier doorheen die ergens onder de oppervlakte verdwijnt en ergens anders weer te voorschijn komt. Druipsteengrotten zijn net zo ontstaan voordat het gesteente boven de waterspiegel werd opgeheven. Er vormde zich druipsteen toen er regenwater door de kalklagen boven de grot sijpelde en van het dak van de grot naar beneden viel. Van de kalk die in het water was opgelost, bleef een dun laagje achter aan het plafond. In de loop van vele eeuwen ontstonden op deze manier stalactieten aan het dak. De op de grond vallende druppels vormden daar stalagmieten.

IJsgrotten

In sommige holensystemen hebben zich in de loop van de eeuwen reusachtige hoeveelheden ijs opgehoopt. Bijvoorbeeld in de buurt van Salzburg: Eisriesenwelt. Het ijs dat tijdens de winter word gevormd smelt in de zomer niet weg. Dit verschijnsel is te wijten aan het verschil in gewicht tussen warme en koude lucht. In de winter stroomt koude, en dus zware lucht de grot in. Die kan er in de zomer niet uit weg, zoals een open koelkast. Om de stroom bezoekers te kunnen verwerken werd de toegang tot de grot aangepast. Nu krijgt de warme lucht wel de mogelijkheid om binnen te komen. Het ijs smelt nu dan ook wel weg in de zomer.

Wind en sneeuw

Sneeuw valt overal gelijkmatig maar de wind veroorzaakt verschillen in de dikte van de sneeuw. Op bergtoppen en kammen en op open vlaktes wordt de sneeuw snel weggeblazen, maar op beschutte plekken blijft de sneeuw liggen en de sneeuw die wordt weggeblazen komt daar ook bij. In troggen en keteldalen kan de sneeuw wel meters hoog liggen. Op heldere dagen kan je op de bergkammen sneeuwwolken zien in de vorm van grote vlaggen. Over de top word de helling dan met losse sneeuw overladen en dan komt er gevaar voor lawines. Wanneer sneeuw tegen een hindernis aanwaait, bijvoorbeeld een rots of een boom, dan ontstaat er een kolk, een uitholling die gevormd word door de stuwing van de sneeuw aan de windzijde en een draaikolk aan de zijde die in de windschaduw ligt. Zo´n kolk biedt bescherming tegen de wind en kan in noodgevallen dienst doen als bivak in de storm voor bergbeklimmers.

Klimaat

In de bergen komt de temperatuur boven de 1800 meter niet hoger dan 10 graden Celsius. Het verschil tussen het noorden en het zuiden van een helling kan tientallen graden schelen. De gemiddelde hoeveelheid neerslag is 620 millimeter per jaar. In grote delen van het land komt de wind bijna altijd uit het westen en het noordwesten. In Oostenrijk zijn er drie verschillende klimaten; in het oosten heb je het pannonnische klimaat, ( in juli meestal boven de 19 graden Celsius en de neerslag in een jaar is vaak minder dan 800 mm)in de Alpen heb je het alpiene klimaat, (veel neerslag, korte zomers en lange winters) In de rest van het land heb je het gematigd vochtig Midden – Europees klimaat. (Neerslag in een jaar tussen de 700 en de 2000 mm afhankelijk van de hoogte en de ligging. De temperatuur ligt meestal tussen de 14 en de 19 graden. Een bekend verschijnsel is de föhn. Koude lucht botst aan de noordzijde tegen de bergen, er valt neerslag en er ontstaat föhnwind aan de zuidzijde van de bergen.

H 3 De geschiedenis van Oostenrijk

Zoals ieder land zijn eigen stuk geschiedenis heeft, heeft Oostenrijk die ook. De eerste door mensen achter gelaten sporen werden ongeveer 20.000 jaar geleden gemaakt.

  • Twintigduizend jaar geleden leefde men in holen en lemen hutten en leefden van de jacht en wat veeteelt.
  • Vanaf 1000 voor Christus vestigden zich in het huidige Oostenrijk Illyriërs en Kelten. Belangrijk in die periode was de Hallstatt- cultuur, die voor het eerst ijzer bewerkte.
  • In de eerste eeuw voor Christus werd het gebied onderworpen door de Romeinen, die daarmee hun noordgrens verlegden tot bij de Donau. In die tijd ontstond de grenspost Vindobona, de huidige hoofdstad Wenen.
  • Na de vijfde eeuw ging het West-Romeinse rijk ten onder. Diverse stammen ( Hunnen, Oostgoten, Longobarden en andere Germaanse stammen) drongen het land binnen.
  • In 791 werd Oostenrijk een deel van het Frankische rijk. In de negende eeuw vielen de Hongaren Oostenrijk binnen, maar werden in 955 weer verslagen.
  • In 996 verscheen voor het eerst de naam Ostarrichi in een keizerlijke oorkonde. Deze naam sloeg op het gebied rond St. Pölten. Het gebied werd rond die tijd overheerst door het geslacht Babenberg. In 1246 sneuvelde de laatste Babenberger.
  • Tot 1272 werd er gestreden om de opvolging van de Babenbergers. In 1273 werd Rudolf I van Habsburg door de rijksvorsten tot Duits koning benoemd. In 1373 viel ook Tirol aan Habsburg toe. Door delingen en broederruzies, opstandige boeren en de pest verzwakte het Habsburgse koninkrijk van binnenuit. Vanaf 1438 begon de tot 1806 ononderbroken Habsburgse opvolging.
  • In de tijd van Napoleon verloor Oostenrijk verschillende gebieden aan Frankrijk. Napoleon erkende toen niet langer het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie. Op het congres van Wenen in 1815 werd Europa opnieuw verdeeld door Oostenrijk, Engeland, Frankrijk, Rusland en Pruisen. Oostenrijk kreeg de macht over midden Europa en een groot deel van Italië.
  • Rond 1860 wisten Italiaanse nationalisten zich aan Oostenrijk te ontworstelen en na een oorlog tegen Pruisen was ook de rol van Oostenrijk in de Duitse politiek uitgespeeld. In 1867 kwam de Oostenrijks- Hongaarse dubbelmonarchie tot stand.
  • In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Karel I zou als laatste op de Habsburgse troon plaatsnemen. Hij wilde in 1917 de oorlog beëindigen maar dat lukte hem niet. Na de verloren oorlog werd Oostenrijk ontbonden. Tsjecho-Slowakije, Hongarije en Joegoslavië werden zelfstandig. Roemenie en Italië pikten ook nog wat resten in. Wat er nog over was een klein arm land met 7 in plaats van 50 miljoen inwoners.
  • Hitler, in Oostenrijk geboren en aan de macht in Duitsland, wilde in 1933 Oostenrijk in zijn macht krijgen. Met behulp van Mussolini uit Italië voorkwam men een overval door de Duitsers. De socialisten verzetten zich hier hevig tegen en werden gevangen genomen of vermoord. Oostenrijkse nazi’s deden in 1934 een greep naar de macht maar die mislukte.
  • In 1936 werd Schlusschnigg de nieuwe bondskanselier. Begin 1938 werd deze door Hitler zwaar onder druk gezet om de nazi Seyss- Inquart in de regering op te nemen. Omdat Schlusschnigg onheil voorzag zocht hij tevergeefs steun bij Frankrijk en Engeland. Op 12 maart 1938 rukte Hitlers troepen Oostenrijk binnen en werd Seyss- Inquart rijksstadhouder van Oostenrijk dat voortaan Ostmark heette. Zo raakte Oostenrijk betrokken in de tweede wereldoorlog.
  • Tijdens de tweede wereldoorlog verdwenen duizenden Oostenrijkers in kampen en gevangenissen. De helft van Joodse bevolking vluchtte en de andere helft kwam om. De economische opleving aan het begin van de tweede wereldoorlog was van korte duur. Honderdduizenden mannen moesten in dienst en velen sneuvelden.
  • Na de oorlog werd Oostenrijk bezet door de Russen, Fransen, Engelsen en Amerikanen. Wenen werd in vijf sectoren verdeeld. Het ging heel toen ook heel slecht met de economie. In mei 1955 werd Oostenrijk weer een zelfstandig en vrij land. Door onder andere door Marshallhulp, uitbreiding van elektriciteitswerken en industrieën, groei van de handel en toerisme kwam Oostenrijk er weer langzaam bovenop.
  • Van 1970 – 1982 zette bondskanselier Kreisky Oostenrijk ook weer op de politieke kaart. In 1986 werd de door zijn oorlogverleden omstreden Kurt Waldheim bondspresident.
  • Op 16 april 1996 schafte de Oostenrijkse staat een wet uit 1919 af, die het leden van de Habsburgse koninklijke familie verbood het land binnen te komen, zolang zij hun aanspraken op de troon niet hadden afgezworen.
  • Op 1 februari 2000 werd de zeer omstreden Jörg Haider gekozen tot bondskanselier van Oostenrijk. Snel daarna kwamen buitenlandse sancties vanuit Europa op gang vanwege het extreem rechtse karakter van Jörg Haider en werden de contacten beperkt tot een minimum.

H 4 De bevolking

Het Oostenrijkse volk is ontstaan uit vele Etnische groepen: Illiriers, de Kelten, Germanen, Hongaren e.a. De bevolkingsdichtheid is ongeveer 95 inwoners per vierkante km. De bevolking is voor 97% Duitstalig. Er zijn een aantal uitzonderingen: Hongaren, Tsjechen, Slovaken, Slovenen, en Kroaten. In Oostenrijk heb je verschillende godsdiensten, 78 % is katholiek, 5 % is protestant, en 9 % is onkerkelijk. In 1938 woonden er nog 180.000 joden in Wenen. Nu zijn dat er nog maar 10.000.

Onderwijs

Vanaf hun vierde jaar mogen Oostenrijkse kinderen naar school. Net als bij ons. De basisschool wordt in Oostenrijk de Volksschule genoemd. Voor die tijd gaan de kinderen naar de kindergarten. Na de Volksschule kunnen de kinderen kiezen uit drie richtingen: de Hauptschule is de hoogste, de andere twee zijn lager beroepsonderwijs.

Economie

In Oostenrijk is er bijna geen werkloosheid en als je kijkt naar het bruto nationaal product (het geld dat alle mensen in Oostenrijk met elkaar verdienen) zit dat wel goed. Daarom is het een van de welvarendste landen van Europa. De meeste mensen hebben een baan. De beroepen zijn erg verschillend. Er zijn bijvoorbeeld geen 600 boeren en 23 ambtenaren, maar 600 boeren en 593 ambtenaren.

Landbouw, vee, en bosbouw

Van heel Oostenrijk is ongeveer 20% bouwland, 28% weidegrond en 38% bos. De landbouwgebieden liggen het meest in het noorden en het noordoosten van het land. De opbrengst van de boeren is voor 90% voor de bevolking van Oostenrijk. Tussen 1971 en 1997 liep het aantal personen dat werkte in de land- of bosbouw sterk terug. Ook het aantal bedrijven werd minder. In Oostenrijk worden naast aardappelen, maïs, granen en suikerbieten ook fruit en wijndruiven gekweekt. De zonrijke hellingen op gemiddelde hoogte van het gebergte zijn zeer geschikt om wijn te verbouwen. Ook het vee staat daar graag. In de zomer staat het vee op de alpenweiden, en in de winter in het dorp.

Uit de Alpen worden veel delfstoffen gehaald, zoals ijzererts, magnesiet, zwavel, zink, grafiet, kopererts, bauxiet, lood, steenzout, gips en bruinkool. Bij Zisterdorf worden ook olie en aardgas gewonnen, al is het niet zo veel. Mijnbouw levert de laatste tijd niet zo veel meer op. Het biedt alleen nog ongeveer 0,3% werkgelegenheid.

Elk land handelt in spullen met andere landen. Oostenrijk dus ook. De belangrijkste uitvoerproducten zijn: ijzer, staal, kleding, textielproducten, machines, elektro-energie, hout, vee en papier. Ingevoerd worden vooral gereedschappen, voertuigen, voedingsmiddelen, minerale brandstoffen, halffabrikaten en grondstoffen. De belangrijkste handelspartners zijn Duitsland, Italië, Japan, Zwitserland, Groot- Brittannië, de Verenigde Staten en Nederland.

Verkeer

Oostenrijk beschikt over een goed spoor- en wegennet. Ook heeft Oostenrijk een van de belangrijkste waterwegen, de Donau. De totale lengte van de wegen in Oostenrijk is ongeveer 9950 km. Daarvan is zeker 1600 km snelweg. Ook heeft Oostenrijk vijf luchtvaartmaatschappijen die vliegtuigen bezitten met meer dan twintig zitplaatsen. Oostenrijk heeft ook nog andere vliegtuigmaatschappijen maar die zijn een stuk kleiner.

Energievoorziening

In Oostenrijk bestaat de energievoorziening vooral uit steenkool, aardolie, aardgas en waterkracht. Van de 1000 elektrische centrales zijn de meeste hydro-elektrisch en leveren schone en goedkope elektriciteit. Toch moest in 1989 nog 68% van alle energie ingevoerd worden. Het meeste kwam uit Rusland ( toen nog de Sovjet-unie).

H 5 Toerisme

Oostenrijk is een populair vakantieland. In de zomer trekken veel mensen naar de bergen van Oostenrijk om te wandelen of andere bergsporten te beoefenen. In 1999 bezochten 17,4 miljoen buitenlandse gasten Oostenrijk. Bijna 8 miljoen Oostenrijkers brachten de vakantie in hun eigen land door. In het totaal waren er 112,6 miljoen overnachtingen, hiervan waren 81,56 miljoen buitenlanders.

Het is nog niet zo lang geleden dat je ’s zomers dagenlang in de bergen kon lopen zonder iemand tegen te komen. Maar ook hier heeft de tijd niet stilgestaan. Vele toeristen trekken op een zonnige dag de bergen in en gaan de wandelpaden op. Zo’n 25 jaar geleden had vrijwel niemand verwacht dat de wandelsport zo populair zou worden! Toen was er nog maar een kleine groep wandelaars en klimmers.

Ook de diverse meren ( Zellersee, Ossiachersee) trekken veel toeristen. In de winter trekt Oostenrijk om een andere reden veel mensen aan. Oostenrijk heeft namelijk prachtige skigebieden! Met name Tirol is zeer geliefd bij de wintersporters. Ook het Zillertal trekt aan met zijn vele wandel- en skigebieden. Van ongeveer november tot april ligt er sneeuw in de Alpen en kun er je heerlijk de bergen afroetsjen. Zelf ben ik ook al een aantal keren op vakantie geweest in Oostenrijk. Zowel in de winter om te skieen als in de zomer om te zwemmen en te wandelen.

Ook een aantal grote steden in Oostenrijk trekken veel bezoekers aan. Vooral in Wenen heb je veel toeristische attracties en bezienswaardigheden. In de binnenstad bevindt zich de hofburg met de Spaanse rijschool en de beroemde Stephansdom. Ook heb je het Uhrenmuseum met meer dan 3.000 slingerklokken, pendules en zakhorloges. Zo zijn er nog veel meer verschillende musea. Salzburg is één van de culturele hoogtepunten van Europa. Trekpleisters zijn de Dom en de Domplatz, Mozarts woonhuis, het Dommuseum en het Speelgoedmuseum. Ook Innsbruck trekt veel bezoekers. Zij is de culturele hoofdstad van Tirol met onder andere de Spitalkirche uit 1320.

In Niederösterreich vind je vele kloosters, burchten, paleizen en idyllische stadjes. Heel bekend is het klooster Melk, een van de mooiste barokabdijen van Europa. Ook heb je de Neusiedler See, het grootste steppemeer van Europa. In Steiermark heb je ook veel abdijen en kastelen. Voor actieve vakantiegangers zijn er veel voetganger en fietspaden. In de hoofdstad Graz worden jaarlijks talloze culturele feesten en evenementen georganiseerd.

Vervuiling en rommel van de toeristen

Om de vele toeristen onderdak te bieden, zijn er in de bergen een groot aantal berghutten gebouwd. Ze zijn te vinden in alle delen van de Alpen. We kunnen ons de primitieve berghutten maar nauwelijks voorstellen. Vier muurtjes van rotsblokken met daaroverheen een blikken dak. De meeste hutten kunnen honderd mensen herbergen en je kunt er een goede maaltijd nuttigen. In de meeste Oostenrijkse berghutten is de koude waterbak van vroeger al lang vervangen door warme douches en in de hutten staan bedden. Omdat je met de auto steeds dichter bij de hutten kunt komen, worden deze steeds luxer. Maar door deze luxe blijft er ook hoe langer hoe meer rommel achter. Achteloos weggesmeten blikjes, plastic zakken, lege gasbusjes … noem maar op. Tot op grote hoogte zijn de sporen van het bergtoerisme al te vinden. Allerlei dingen worden omhoog gesleept, maar vrijwel niemand piekert erover de verpakking mee terug te nemen. Maar hoog in de bergen komt nu eenmaal geen vuilnisman en de waard van de hut en zijn vrouw hebben ook wel iets anders te doen dan de rommel van de toeristen op te ruimen! Daarom wordt de afvalberg van jaar tot jaar steeds hoger en ook de hoeveelheden afvalwater die op beekjes en gletsjers worden geloosd nemen bedenkelijke vormen aan. Op sommige plaatsen is het al voorgekomen dat het gletsjerwater waar bergdorpen van dronken, zo vuil was dat de bevolking drinkwater van ergens anders moest importeren!

Gelukkig worden steeds meer hutten verplicht om hun afval naar het dal af te voeren en om het afvalwater ter zuiveren. Omdat dit erg veel geld kost, zal het lang duren eer het milieu bij de berghutten echt schoon is. Bovendien liggen veel hutten ver weg waardoor het bijna onmogelijk is het afval te verwerken of af te voeren. Bergwandelaars en klimmers kunnen zelf ook hun steentje bijdragen aan een schone bergwereld. Zij moeten hun lege verpakkingen zelf mee naar beneden nemen. In veel berghutten zijn daarvoor gratis afvalzakjes op te halen. Met een beetje goede wil van de bergliefhebber moeten sport en milieubescherming dan samen kunnen gaan!

H 6 Skiën in Oostenrijk / Wintersport Oostenrijk

Veel mensen komen in de winter naar Oostenrijk om te skiën. Ze huren dan een appartement, gaan met een caravan op een camping staan, of slapen in een simpel hutje. Vaak nemen de mensen les, of ze gaan gewoon vrij skiën. In de winter biedt de wintersport ook werkgelegenheid. Skileraren zijn in die tijd hard nodig. Ook zijn er mensen nodig om de skiliften te bedienen en om de gasten in de hotels te verzorgen. Mensen huren of kopen skikleding. Skikleding bestaat vaak uit een waterafstotend pak of een losse broek en trui en ook skischoenen zijn nodig. Sinds kort dragen sommige mensen ook een helm. Om geen koude handen en nek te krijgen draag je natuurlijk ook handschoenen of wanten en een sjaal. De skihellingen zijn verdeeld in verschillende afdalingen. Die heten pistes. De blauwe piste is het makkelijkst. Daarna komt de rode piste en daarna heb je de zwarte piste. Die gaat bijna steil naar beneden. In Frankrijk heb je ook nog de groene piste. Die is nog makkelijker dan de blauwe piste. Meestal valt er in de winter wel genoeg sneeuw om te skiën. Soms is dat niet zo. Maar ja……, ze kunnen niet al die wintersporters laten staan. Dus bespuiten ze ‘s nachts de pistes met sneeuwkanonnen. Dat zijn kanonnen die water heel hoog de lucht in spuiten zodat het bevriest. Zo wordt het sneeuw. Er worden zo keurige banen gemaakt. ‘s Nachts worden ook de banen geprepareerd. Dat is dat er een soort schuiver over de sneeuw gaat en die de sneeuw weer mooi maakt voor de volgende dag.

Het lijkt allemaal zo mooi, dat wintersporten in de bergen. Door alle reisbureaus wordt deze sport aangeprezen op tv en in de gidsen. Toch zit er ook een groot nadeel aan vast. Vaak worden hele stukken bos opgeofferd en bergen opgeblazen om skipistes te maken. Het mooie landschap verandert dus in een snel tempo. Aan de natuur van de Alpen wordt ogenschijnlijk geen schade toegebracht maar voor de planten- en dierenwereld heeft het grote gevolgen. Wanneer wij in de zomer in de bergen zijn, valt ons meteen het veelkleurige bloementapijt op waarmee de alpenweide bedekt zijn. Al die bloemen trekken insecten waaronder vlinders aan. Van al die insecten profiteren de vogels, die in een groot aantal aanwezig zijn. Wij kunnen ons niet voorstellen dat onder zo´n enorme berg sneeuw zo´n rijke plantenwereld schuilgaat. Je kunt het vergelijken met een dekbed. Als je daar onder kruipt, houdt het je lekker warm. Net zo houdt de lucht in de sneeuw het beetje warmte van de aarde vast. De wortels van de planten zijn ´s winters daardoor niet bevroren. Sneeuw is dus niet schadelijk zoals wel eens wordt beweerd, maar zorgt er juist voor dat planten en dieren niet doodvriezen! Wat gebeurd er nu als deze velden opeens als skipiste worden gebuikt? De sneeuw wordt er telkens opnieuw vastgestampt, niet alleen door de vele skiërs maar vooral door de zware pistemachines die worden gebruikt om de piste in goede staat te houden. De aangestampte sneeuw verliest daardoor zijn lucht en verandert dus in ijs. Daardoor kan de sneeuw de warmte van de aarde niet meer vasthouden en bevriest de grond. Als in het voorjaar de sneeuw gaat smelten, blijft op de piste nog weken lang een laag ijs liggen. Het begin van de korte alpenzomer wordt daardoor nog eens enkele weken vertraagd. In de zomer kun je zien wat voor schade de sneeuwmachines hebben aangericht. Zij stampen de grond zo vast aan, dat deze ondoordringbaar wordt voor water. Zo stroomt het smeltwater en later het regenwater over de grond naar beneden en slepen losse steentjes en plantenresten met zich mee. Dit verschijnsel noemen we erosie. Door deze erosie worden grote stukken grond verplaatst naar lager liggende plaatsen waar de weiden bedolven worden. Als je zou proberen om deze grond terug naar zijn oude plek te brengen, ontstaat er gevaar voor lawines omdat de los opgebrachte grond makkelijk wegglijdt. De skisport is dus lang niet zo onschuldig als gezegd wordt. In sommige landen weet men dat wel. In Duitsland is al een plan gemaakt waar men zich aan regels moet houden bij het maken van een skigebied. In Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland zijn actiegroepen die zich verzetten tegen het toenemende gevaar voor de natuur.

H 7 Provincies

Net als in Nederland is ook Oostenrijk verdeeld in stukken. Provincies. Oostenrijk heeft negen provincies; Burgerland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Opper-Oostenrijk, Salzburg, Stiermarken, Tirol, Wenen en Voararlberg. Ik ga nu over iedere provincie iets vertellen.

Burgerland

Burgerland grenst aan Neder Oostenrijk en Stiermarken en het is de oostelijkste provincie van Oostenrijk. Het heeft een oppervlakte van 3965 vierkante kilometer en heeft 270.880 inwoners. Met 270.880 inwoners heeft burgerland het minst mensen dan in alle andere provincies. Burgerland is ontstaan in 1921 uit de Duitstalige randgebieden van Hongarije. Burgerland is een echte landbouwstaat. Er wordt tarwe, maïs, groente, fruit maar vooral wijn gemaakt. Het mooie landschap in Burgerland trekt veel bezoekers. Vooral de Neusiedler see, het enige steppemeer in Midden – Europa, is een groot toeristenattractie. De hoofdstad van Burgerland is Eisenstadt. De stad heeft 10.000 inwoners. In juli en augustus worden er Opera´s opgevoerd in de Neusiedler see. In juli is er ook het kamermuziekfeest in Lockenhaus.

Karinthië

Karinthië is de meest zuidelijke provincie van Oostenrijk. Het heeft een oppervlakte van 9533 vierkante kilometer, en ongeveer 540.000 inwoners. De bevolkingsdichtheid is 57 inwoners per vierkante kilometer. Een groot deel van Karinthië bestaat uit bergen, waarvan driekwart hoger dan vijfhonderd meter is. De hoogste is de Grossglockner (ook de hoogste van Oostenrijk want hij is 3797 meter.) De hoofdsteden van Karinthië zijn Villach en Klagenfurt. Dat zijn namelijk de enige steden met meer dan 50.000 inwoners. Karinthië is een merengebied. De grootste meren zijn de Wörther See, de Ossiacher See en de Millstätter See. Alledrie liggen ze beneden de 500 meter hoogte. Ondanks het bergmeren zijn en ze zijn ontstaan uit ijskoude bergstroompjes, kun je er in de zomer heerlijk zwemmen. Het water krijgt soms wel een temperatuur van 26 graden Celsius. De boomgrens ligt in Karinthië rond de 2000 meter. De sneeuwgrens ligt rond de 2700 meter. Erg opvallend zijn de alpenweiden oftewel almen. Ze vervullen een belangrijke rol. Ze dienen namelijk als zomerweide voor het vee. In de bergen heb je ook veel subtropische planten. Karinthië staat ook bekend om zijn vele roofvogels. Je hebt ook nog wilde zwijnen, marmotten, en heel soms een gems of een steenbok. Maar als je die twee laatste dieren wilt zien dan geldt de regel; vroeg op, verrekijker mee, en er maar het beste van hopen. Heel misschien kom je ook nog een bruine beer tegen, maar die is zo zeldzaam, bovendien kom ik er liever geen tegen!!!!!

Drieënveertig procent van de bevolking is katholiek. Zeven procent is protestant, en de rest is onkerkelijk. In Karinthië spreekt men hoog Duits. Het is veel zangeriger en de mensen hebben er ook zelfbedachte woorden en zinnen bij. Het hoog Duits bevat ook veel Slavische woorden die de Karinthiërs overgenomen of geleend hebben. Het leven in Karinthië gaat in een duidelijk rustiger tempo dan bij ons. De mensen maken eerder tijd voor een praatje, en als je op straat de weg vraagt, zal het niet zelden gebeuren dat de persoon een eindje meeloopt om de weg te wijzen. Karinthiërs zijn over het algemeen heel behulpzaam.

Wie van lekker eten en drinken houdt zit in Karinthië wel goed. Onder de wat zuinige streken valt Karinthië absoluut niet. Er wordt twee keer per dag warm gegeten. De eerste warme maaltijd wordt gegeten tussen 12.00 en 14.00 uur. De tweede tussen 19.00 en 20.00 uur. Het standaard ontbijt dat je in Karinthië geserveerd zal krijgen, bestaat uit koffie of thee, enkele harde broodjes, (die ze daar Semmeln noemen)of sneden zuur bruin brood, boter, jam, en een schaaltje kaas en vleeswaren. Er bestaat een groot aantal aan pastagerechten en sterk gekruide gehaktgerechten. Ook de Hongaarse goulash staat op bijna elke menukaart. De specialiteit van de Karinthische keuken zijn echter de Nudeln, deegwaren met een hartige of zoete vulling. Käsenudeln zijn met kaas gevuld en zeker niet te versmaden. Andere nudelsoorten zijn met worst of vlees gevuld. Sommige hotels en restaurants organiseren zelfs speciale Nudelwochen om de gasten de grote verscheidenheid aan noedels te laten proeven.

Karinthië heeft veel gelegenheid om te sporten. Aan de oevers van diverse meren zijn zeil- en surfscholen. Op de Drau, Möll, en de Lieser kan je wildwatervaren. Een andere heel erg spectaculaire sport is natuurlijk bergbeklimmen. Ook kun je golfen op de prachtige golfbanen. Ook parachutespringen doet men wel eens.

Neder-Oostenrijk

Neder-Oostenrijk ligt net als Opper-Oostenrijk aan de Donau. Het is de grootste staat qua oppervlakte. Namelijk 19.174 vierkante kilometer. Neder-Oostenrijk heeft ongeveer 1,473.813 inwoners. Sinds 1986 is St. Pölten de hoofdstad. De stad heeft ongeveer 50.000 inwoners. Neder-Oostenrijk heeft van alle staten de meeste bouwgrond, dat wil zeggen akkers, tuinen en wijngaarden. Met talrijke landbouw producten, zoals tarwe en suikerbieten staat Neder-Oostenrijk op de eerste plaats. Ook de wijnen uit die staat worden zeer gewaardeerd. Het kernland van de Oostenrijkse staat heeft ook een heleboel bodemschatten, en het is een land van de industrie. Ten noorden van de Donau liggen de grootste aardolievelden van Oostenrijk. De raffinaderij produceert ongeveer 10 miljoen ton olie per jaar. Langs de Donau en aan een van de zijrivieren, de Kamp, staan belangrijke energie- en krachtcentrales. Neder-Oostenrijk is bekend om zijn opgravingen.

Opper-Oostenrijk

Opper-Oostenrijk heeft een oppervlakte van ongeveer 11.980 vierkante kilometer. Het heeft zo’n 1,333.480 inwoners. Het merengebied van het Opper-Oostenrijkse Salzkammergut behoort tot het landschappelijk mooiste gedeelte van Oostenrijk. Het water van de Atter-, Traun- of Wolfgangsee, om slechts enkele te noemen, is niet helemaal zo warm als het water van de Karinthische meren. De natuur is ook wat anders. In het heuvelland is de landbouw heel belangrijk. Hier ligt ook het in grootte tweede aardolie en aardgasveld van Oostenrijk. Een aantal grote krachtstations langs de Donau en een bijrivier de Enns ontstaan.

Salzburgerland

Salzburg heeft een oppervlakte van ongeveer 7.154 vierkante kilometer. Het heeft zo’n 482.365 inwoners. Al eeuwen wordt hier zout geëxploiteerd. Daarom heet Salzburg ook Salzburg. Salz betekent in het Duits zout. De staat bestaat voor een deel uit de Kalkalpen. De hoofdstad van Salzburgerland is Salzburg. Salzburg heeft 144.000 inwoners.

Stiermarken

Stiermarken heeft een oppervlakte van 16.388 vierkante kilometer, en 1,184.720 inwoners. Stiermarken word de ,,Grüne Mark’’ genoemd. Uitgebreide bossen bedekken rond de helft van het grondoppervlak. Een ander kwart wordt ingenomen door weilanden, almen en wijngaarden. Het noordelijke gedeelte van de staat bevat veel ijzer. In de mijnbouw staat Stiermarken aan de top van de Oostenrijkse deelstaten: negen tiende van het geëxploiteerde ijzererts komen uit de hier gelegen Erzberg. Bruinkool wordt in het westen ontgonnen. Stiermarken beschikt over rijke magnesietaderen; magnesietproducten worden naar talrijke landen geëxporteerd.

Tirol

Tirol heeft oppervlakte van 12.648 vierkante kilometer, en 631.410 inwoners. Het is een van de bekendste vakantielanden ter wereld. De wereld heeft van Tirol een zeer bepaalde indruk, waarin bergen en bossen, alpinisme en wintersport, oude boerderijen en gewoonten overheersen. Tirol leeft bijna van het toerisme. De hoofdstad van Tirol is Innsbruck. Innsbruck heeft ongeveer 118.000 inwoners.

Vorarlberg

Vorarlberg heeft een oppervlakte van 2.601 vierkante kilometer. Het staatje heeft 331.472 inwoners. Vorarlberg is de meest westelijke (en als je Wenen niet meetelt) ook de kleinste. Bij buitenlandse gasten is Vorarlberg erg populair. De grootste stad met de meeste inwoners is Dornbirn, met zo’n 41.000 inwoners.

Wenen

Wenen is de hoofdstad van Oostenrijk maar tegelijkertijd ook een kleine staat. Het ligt midden in de staat Neder- Oostenrijk. Een van de redenen waarom Wenen als een van de belangrijkste grote Europese steden is aangemerkt, is de gunstige verkeerspolitieke ligging. Zij is namelijk gelegen aan het kruispunt van de verkeerswegen van de Donau met de verbindingswegen van de Oostzee naar de mediterrane regio. Wenen is ook een van de rijkste EU-regio’s. Wenen is ook een congresstad van wereldformaat. Parijs staat op de tweede plaats. Wenen was eeuwenlang de hoofdstad van de Habsburger monarchie. Bijzondere betekenis kreeg Wenen als stad van de muziek. Wenen is onder andere ook middelpunt van de kunstnijverheid en de mode. De grote Oostenrijkse banken, spaarbanken, verzekeringsmaatschappijen en de meest grote Oostenrijkse ondernemingen hebben hun hoofdzetel in Wenen. Als jaarbeursstad presenteert Wenen zich in het voorjaar en in de herfst met internationale jaarbeurzen maar ook met talrijke vakbeurzen en onderstreept hiermee zijn betekenis als internationale handelsplaats.

Nawoord en bronnen

Nawoord

Ik vond het leuk om het werkstuk te maken, vooral op het laatst, want toen mochten de plaatjes erbij. Zelf vind ik het wel een mooi werkstuk geworden. In het begin kon ik heel weinig informatie vinden en moest ik alles wat ik had uitbreiden, maar toen ik steeds meer informatie kreeg werd het gemakkelijker om tekst te maken en het werd ook leuker.

Bronnen

Boeken:

  • Karinthië geschreven door Hans Buiter
  • BPA Austria feiten en cijfers geschreven door de Regeringsvoorlichtingsdienst
  • Wenen geschiedenis, kunst en cultuur geschreven door Felix Czeike
  • Bergen, een fascinerende wereld gemaakt door het wereld natuur fonds

Internet:

 

23 Responses to “Oostenrijk”

  1. pipooooo''s

    hoooi people we zitten op school :p

  2. pipooooo''s

    hoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooi

  3. ik vond het een hele mooie werkstuk
    ik heb er heel veel van geleerd

  4. Lieke

    leuk werkstuk veel geleerd en ook fijn om te gebruiken als hulpmiddel

  5. Hehy ik heb dat gebruikt voor mijn spreekbeurt maar dan in mijn eigen woorden

  6. het is een mooi werkstuk en ook heel leerzaam

  7. mirthe

    ik heb de info gebruikt voor mn presentatie twas super