Kleding

Waarom dit onderwerp?

Iedere ochtend zoek ik samen met mijn vader of mijn moeder de kleding uit die ik ga dragen. Ik houd van kleding in vrolijke kleuren, vooral roze. Maar de kleding die wij nu dragen is heel anders dan die ze lang geleden droegen. Daarom wil ik in deze spreekbeurt meer vertellen over de geschiedenis van kleding, en verschillende kledingsoorten.

Geschiedenis van kleding

De eerste mensen leefden in warme gebieden. Toen ze naar koudere gebieden gingen trekken hadden ze kleding nodig. Deze werd vaak gemaakt van huiden van dieren die ze vingen om op te eten. Ook maakten ze kleding van gras. Dat was meer dan 30.000 jaar geleden waarschijnlijk. Toen later mensen op een plek gingen wonen en dieren zoals schapen en koeien gingen houden, gingen ze ook leer en wol gebruiken om kleding van te maken. Doordat de landbouw zich vervolgens verder ontwikkelde, konden er ook gewassen worden verbouwd voor linnen en katoen.

Kleding zegt vaak iets over de macht van degene die het draagt. Vroeger droegen rijke en belangrijke mensen de warmste, beste of mooiste kleding. Tegenwoordig heeft kleding bij ons een andere functie, en gaat het veel meer om wat in de mode is. Door bepaalde kleding te dragen willen mensen laten zien wie ze zijn en welke mening en stijl ze hebben, en bij welke groep ze willen horen. Er is aparte mode voor dames, heren en kinderen.

Hoe wordt kleding gemaakt?

Kleding kan op verschillende manieren worden gemaakt. Vaak heb je eerst alleen maar lange vezels van een natuurlijke of kunststof. Hiervan wordt vervolgens een lang draad gemaakt, dat heet spinnen of weven. Deze lange draden kun je breien, haken, naaien of lijmen.

Welke kleding wordt tegenwoordig gedragen?

Kleding heeft meerdere functies. Zo kan het je beschermen tegen de zon. Maar om warm te blijven en omdat het schoner is dragen we vaak meerdere laagjes kleding. Onderkleding of lingerie bestaat uit onderbroeken (vrouwen dragen slips en mannen boxershorts) en hemdjes. Vrouwen dragen ook vaak een bh. Verder dragen we een lange of korte broek of rok. En over een hemdje meestal een T-shirt, blouse of trui. Aan onze voeten dragen we sokken, panty of maillot en schoenen.

De kleding die je draagt heeft vaak een apart doel, of het hoort bij een bepaalde gelegenheid. Papa heeft bijvoorbeeld soms naar zijn werk een net pak aan. Als hij in de tuin gaat werken doet hij juist oude kleding aan die vies mag worden en kapot mag gaan. Als we naar het strand of het bos gaan moet ik ook altijd oude kleding aan, maar voor een verjaardag mag ik wel een mooie jurk aan. Als mama naar een feestje gaat doet ze dat ook.

Naast kleding zijn er nog andere hulpmiddelen die op kleding lijken. Denk bijvoorbeeld aan voetenwarmers voor in bed. Hiermee ga je niet mee over straat. Het is echtere wel onderdeel van kledij in de winter.

Bevestigingsmiddelen van kleding

De eerste kleding werd waarschijnlijk met een touw op zijn plaats gehouden. Later gingen mensen spelden gebruiken. Tegenwoordig zitten er op kleding vaak drukknopen of knopen, ritssluitingen, haakjes, gespen, veters of klittenband. Dit maakt het allemaal erg gemakkelijk om kleding snel aan- of uit te kunnen trekken.

Kledingsoorten

Er zijn heel erg veel verschillende kledingsoorten. Ik kan ze niet allemaal gaan noemen, maar wel een aantal die we tegenwoordig veel dragen.

Katoen

Dit wordt gemaakt van de katoenplant en komt onder andere uit de Verenigde Staten, Australië, China, India, Vietnam en Rusland. Katoen moet eerst worden gedroogd, losgemaakt, gemengd en gereinigd, en kan daarna gesponnen worden om er garen van te maken. Ook spijkerbroeken zijn van katoen gemaakt. Het is niet zo heel milieuvriendelijk om te maken omdat er vaak veel water gebruikt moet worden om de planten te laten groeien, en gevaarlijke stoffen worden gebruikt om de beestjes en onkruid weg te houden van de planten.

Zijde

Zijde komt voornamelijk uit China. Het wordt gemaakt van een cocon van zijderupsen, die een cocondraad van wel 1500 meter lang kunnen maken. Zijde is heel sterk, rekbaar en licht en kan veel vocht opnemen. Het is een erg dure stof om te maken. Het voelt heel zacht aan.

Wol

Wordt gemaakt van de vacht van schapen en is lekker warm.

Leer

Leer wordt gemaakt van dierenhuiden. Eerst wordt het voorbereid door het te weken, kalken, ontvlezen en beitsen. Daarna moet je leer looien, waardoor het stugger wordt. Daarna moet het afgewerkt worden, dit kan door drogen, bleken, persen, uitrekken en waterafstotend maken.

Bamboe

Tegenwoordig komt er steeds meer kleding van bamboe. Bamboe is heel milieuvriendelijk omdat het weinig water nodig heeft en toch heel hard groeit. Ondanks dat de bamboeplant heel sterk is, voelt het heel zacht aan.

Kunststof

Er zijn verschillende kunststoffen zoals polyester, viscose en nylon. Het is geen natuurlijke stof maar synthetisch. Dat betekent dat het gemaakt wordt door allerlei stoffen door elkaar te mengen en is goedkoper dan natuurlijke kledingstoffen.

Bronnen

  • Wikipedia
  • Werkstukken over kleding en kledingsoorten op Scholieren.com
 

Comments are closed.