Inhoud
- 1. Inleiding
- 2. Geschiedenis van Overijssel
- 3. Kop van Overijssel
- 4. Salland Twente
- 6. De vlag en het wapen van Overijssel
- 7. Slot
1. Inleiding
Overijssel is een van de 12 provincies van Nederland. Het grenst aan de provincies Drenthe, Friesland, Flevoland, Gelderland en het buurland Duitsland. De hoofdstad van Overijssel is Zwolle. Overijssel wordt ook wel de “Tuin van Nederland” genoemd, want het heeft een grote hoeveelheid aan natuur.
Je kunt Overijssel onderverdelen in 3 delen: De kop van Overijssel, Salland en Twente.
Elke streek heeft zijn eigen uiterlijk. In de kop van Overijssel tref je veel water (meren) aan, Salland heeft heuvels met veel weilanden en in Twente zie je veel bossen. Kortom in Overijssel is veel te ontdekken!!
2. Geschiedenis van Overijssel
De eerste mensen die het gebied Overijssel bezochten, hadden geen vaste woonplaats. Ze leefden als zwervers en waren volledig afhankelijk van de natuur. Zij leefden van de jacht, de visvangst en het verzamelen van wilde vruchten, wortels en noten.Als gereedschap gebruikten zij vuurstenen. Deze vuurstenen zijn in grote aantallen in de grond gevonden. Rond 2500 voor Christus begon de mens een eigen plek te zoeken. De eerste landbouwers kozen de zandgronden van Twente en plekken langs de Vecht en Regge om te wonen. Pas in de vroege Middeleeuwen gingen de mensen in de IJsselstreek wonen. Uit deze tijd zijn ook veel werktuigen en gebruiksvoorwerpen van aardewerk gevonden. Tot de vijftiende eeuw werd Overijssel nog Oversticht genoemd. Het Sticht is een oude naam voor Utrecht, de bisschopsstad, die tot in de dertiende eeuw macht uitoefende over een groot gebied. Later kreeg het gebied de naam Overijssel, deze naam was bedacht door de mensen in het westen die spraken over het gebied aan de overzijde van de IJssel.
In de tijd van Willem I kwam er in Overijssel meer aandacht voor handel en nijverheid (metaal en textiel). Terwijl Willem I aan de macht is (1835)worden er belangrijke verkeersverbindingen gemaakt. Zo krijgt Zwolle verbinding met de IJssel en zo ook verbinding met de Zuiderzee.Doordat er meer industrie komt, moeten er meer wegen en waterwegen gemaakt worden.In Twente is er veel textielindustrie, Twente verandert van een boerengebied naar een snel groeiend industriegebied.Naast de aanleg van de Overijsselse kanalen komt er rond 1864 de eerste spoorwegverbinding.
In de twintigste eeuw volgen de ontwikkelingen elkaar sneller. Op de steden groeien en er worden meer wegen aangelegd, waaronder zelfs een autobaan. De sterke bevolkingstoename zorgt er voor dat oude boerderijen verdwijnen en nieuwbouwwijken verschijnen. Nu heeft Overijssel meerdere grote steden met totaal 1.084.509 inwoners.
3. Kop van Overijssel
Noordwest-Overijssel, ook wel “de Kop van Overijssel” of “het land van Vollenhove” genoemd, staat bekend als een waterland. De oude veengebieden van de Wieden en Weerribben vormen een afwisselend waterlandschap dat ook in het buitenland bekend is. Het is een prachtig gebied om te wandelen, fietsen of te varen. Giethoorn is een bekend plaatsje in de Kop van Overijssel. Giethoorn wordt ook wel het Venetië van Holland genoemd, omdat het vele kanaaltjes en slootjes heeft.
Er zijn ook nog veel boerendorpen zoals: Paaslo, Onna en Steenwijk en de karakteristieke Zuiderzeestadjes Blokzijl, Vollenhove en Zwartsluis.Vroeger speelden de IJsselsteden in de provincie Overijssel een belangrijke rol. Dat waren Kampen, Zwolle en Hasselt die in de zestiende eeuw veel te zeggen hadden. Dankzij de goederen die over de IJssel werden vervoerd kregen deze steden veel macht. De velen stadsarchieven bevatten veel bewijzen van de grootheid van deze steden. Het staat te lezen in bewaarde stadsboeken, gildenboeken en kronieken.
In de latere eeuwen zijn de IJsselsteden langzamerhand minder belangrijk geworden. Door omstandigheden werd het minder gunstig, waardoor de steden hun belangrijke positie niet langer konden behouden. Bij de dorpen op het platteland werden de veranderingen veel langzamer ingevoerd. Bij de kleine steden bleef het landelijk karakter bewaard. De verhoudingen tussen de IJsselstreek, Salland en Twente hebben zich in de volgende eeuw bepaald.
4 Salland
Midden in Overijssel ligt Salland. In Salland liggen de Nederlandse “bergen”. Bijvoorbeeld de Friezenberg, Holterberg, Haarlerberg, Luttenberg, Hellendoornseberg en Lemelerberg. Veel van die bergen zijn bedekt met heide en mos. Salland ligt in het midden van riviertjes en beekjes. In het westen de IJssel, riviertje de Reest in het noorden, de Regge in het oosten en de Schipbeek in het zuiden. In Salland zie je veel verschillende landschappen. Er zijn kleine stadjes (Ommen, Nijverdal) en bij de IJsselstreek zijn er weilanden (uiterwaarden) met grote boerderijen en eeuwen oude Hanzesteden zoals Deventer. In de tijd dat mensen nog nomaden waren, hadden ze hun kampen bij de Vecht en de IJssel. Bij Dalfsen en Mariënberg zijn veel vuurstenen voorwerpen en andere dingen uit de middensteentijd gevonden (9000-5300 voor Christus).
De landbouwers hadden akkers nodig om voedsel te verbouwen. Daarvoor hadden ze bossen gekapt. Die afgekapte bossen zijn toen heidevelden geworden. De meeste heidevelden zijn weer bossen of landbouwgrond geworden. De velden die nog over zijn gebleven zijn natuurreservaten geworden om nog een oud stukje landschap te behouden.
5. Twente
Twente heeft veel geschiedenis. Het heeft veel platteland, kleine steden en grote loofbossen. Twente is het oostelijke deel van Overijssel. Het is een mooie streek met z’n kronkelende beekjes, riviertjes en bossen. Er zijn in Twente veel Saksische boerderijen (dat is een type boerderij). De grondsoort in Twente is zand en een beetje klei. Enkele plaatsen in Twente zijn: Delden, Enschede, Oldenzaal, Almelo, Hengelo, Denekamp en Rijssen.
In het oosten van Twente stroomt het riviertje de Dinkel.De Dinkel heeft een lengte van 84 kilometer, maar 44 kilometer ligt in Duitsland. Het is een zijrivier van de Vecht. Langs de Dinkel zijn mooie loof- en naaldbossen te zien en koren- en heidevelden. Aan het begin van de Dinkel is het een smal riviertje, daarna wordt de Dinkel langzamer breder. Twente is een belangrijk industriegebied. De grootste industrieplaatsen zijn: Enschede, Almelo en Hengelo. In Enschede waren veel textielfabrieken. Ten Cate en Gelderman waren bekende namen.Na 1967 zijn er veel textielfabrieken gaan sluiten. Niet alleen textiel was er in Twente maar ook metaalindustrie, denk in Hengelo maar aan Stork en Holec, Daarnaast waren er ook steenfabrieken.
6. De vlag en het wapen van Overijssel
7. Slot
Ik vond het leuk om dit werkstuk te maken. Ik heb er veel van geleerd. Boeken die ik heb gebruikt zijn:
- Overijssel voor ontdekkers – Klaas Goïnga
- Overijssel – Readers Digest
- Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel – Klaas Jansma
MAAKT NIET UIT