Harmonieorkest

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het leuk vind naar orkesten te kijken en luisteren. De muzikanten spelen niet allemaal precies hetzelfde en het is zo knap dat het samen juist heel mooi klinkt. Een orkest met allemaal blaasinstrumenten en slagwerk heet een harmonieorkest.

 

In deze spreekbeurt over het harmonieorkest ga ik wat vertellen over:

  • Een paar verschillende soorten orkesten en de instrumenten die daarin thuishoren
  • De dirigent
  • De muziek die het harmonieorkest speelt
  • Het leren spelen op een muziekinstrument.

Verschillende orkesten

Het grootste orkest is het symfonieorkest. Daarin spelen violen en nog meer instrumenten die strijkinstrumenten heten, omdat je met een strijkstok over de snaren moet strijken. Maar er spelen ook muzikanten die blazen op een instrument. Dat is een blaasinstrument. Er zijn veel verschillende blaasinstrumenten. Die kun je in twee groepen indelen. Daarover straks meer. En er is ook slagwerk in het symfonieorkest.

Een symfonieorkest speelt bijna altijd alleen in een concertzaal. Misschien heb je dat wel eens op de televisie gezien. Strijkinstrumenten zijn niet zo geschikt om buiten te bespelen. Ze klinken dan erg zacht. En regen is niet zo goed voor die instrumenten. Ook niet als het juist erg warm weer is.

Verder zijn er blaasorkesten. Het harmonieorkest en het fanfareorkest zijn het meest bekend. Ze lijken wel op elkaar. Ze spelen ook vaak in een concertzaal. Soms spelen ze ook wel buiten, maar vroeger deden ze dat vaker. Nu doen vooral de drumbands en andere muziekgroepen dat. In een optocht moet een orkest marsmuziek spelen. Dat is nodig om te kunnen marcheren. Alle muzikanten lopen dan gelijk en in rechte rijen. Het lijkt dan alsof orkesten alleen marsen spelen, maar in de concertzaal spelen ze heel andere muziek. Ook daarover straks meer.

Ik ga jullie nu iets vertellen over het Harmonieorkest

Groepen instrumenten

Blaasinstrumenten

Het harmonieorkest heeft heel veel verschillende blaasinstrumenten. Die kun je in twee groepen verdelen:

  • Houten blaasinstrumenten
  • Koperen blaasinstrumenten

Houten blaasinstrumenten zijn van hout gemaakt. Bijvoorbeeld de klarinet en de hobo. Dat kun je ook wel zien.

Maar de dwarsfluit is niet meer van hout. Vroeger wel. Toch hoort die wel bij de houten blaasinstrumenten. Je moet in een gat blazen en met de vingers kun je verschillende tonen maken door de gaatjes open te laten of af te dekken. Omdat er veel meer gaatjes dan vingers zijn, heeft een houten blaasinstrument klepjes die hetzelfde doen.
Ook de saxofoon heeft zulke klepjes boven de gaatjes. En het mondstuk waar je op moet blazen heeft een plat riet. Die zorgt voor de toon. Als je met je lippen tegen een vloeitje of crêpepapier blaast, voel je wat de lucht en het riet doen. Instrumenten met een riet horen tot de groep houten blaasinstrumenten, ook al zijn ze niet van hout gemaakt. De hobo en de fagot hebben alleen maar een riet om op te blazen. Als je daarmee ergens tegen aanstoot, is dat riet direct kapot.

Koperen blaasinstrumenten zijn gemaakt van (meestal) glimmend metaal. Ze hebben een mondstuk, dat ook van metaal is. Met je lippen kun je maar een paar tonen maken. De meeste koperen blaasinstrumenten hebben ventielen. Die moet je indrukken om alle andere tonen te kunnen spelen. Alleen de trombone heeft een schuif. Als je die ver uitschuift klinkt de trombone laag.

Families

Sommige instrumenten hebben een familie. Denk maar aan een kind, moeder, vader en opa. In de muziek is het kind met het hoge stemmetje de sopraan. Moeder is de alt. Vader is de tenor. En opa is de bas; die klinkt het laagst.
Dit kun je goed zien bij de familie saxofoon, maar ook wel bij de familie klarinet. In het orkest zijn de families niet altijd compleet. Soms is er geen vader of opa meer of doen ze niet mee. Dat is ook zo bij de familie fluit.

Sommige families hebben zoveel kinderen dat die kinderen zich in groepjes verdelen. Elk groepje kan iets anders spelen, maar de muziek van alle groepjes samen past precies bij elkaar. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de fluiten, de klarinetten en de trompetten.

Kleine instrumenten (de kinderen, dus de sopranen) klinken hoog. Grote instrumenten (de opa’s, dus de bassen) klinken laag. Sommige instrumenten lijken niet groot, maar ze zijn het wel. Kijk maar eens goed naar hun opgekrulde buizen. Als je die uitrolt of uittrekt (in je fantasie) krijg je heel lange buizen.

De slagwerkgroep

Het harmonieorkest heeft ook een slagwerkgroep. Op de slaginstrumenten speel je met stokken of handen. Er zijn slaginstrumenten waarop je een melodie kunt spelen. Bijvoorbeeld de xylofoon. Op andere slaginstrumenten kan dat niet. Bijvoorbeeld de drums of de grote trom. Maar ze zijn wel heel belangrijk. Als zij het niet goed doen, gaat het in het hele orkest verkeerd. Er zijn heel veel slaginstrumenten in het orkest en je moet die allemaal kunnen bespelen.

‘Vreemde instrumenten’

Heel vaak heeft een harmonieorkest bij de bassen een contrabas. Dat is een strijkinstrument, de opa van de viool. We zien ook wel eens bij een harmonieorkest een piano of een harp. Maar dat komt alleen voor bij speciale muziekstukken.

De dirigent

Dit is de leider van het orkest. Deze meneer of mevrouw staat altijd voor het orkest te ‘zwaaien’. Meestal heeft die in de ene hand een dirigeerstokje vast. Met dat stokje zorgt de dirigent ervoor dat het orkest gelijk speelt. De andere hand spreekt geheimtaal. Die hand heeft aan wanneer een groep instrumenten moet beginnen. Maar ook als muzikanten wat zachter of luider moeten spelen.
Niet alleen de handen vertellen de muzikanten hoe ze moeten spelen, maar ook het gezicht van de dirigent.

De muziek die het orkest speelt

In een optocht kan een orkest alleen marsmuziek spelen. Als je alleen maar op straat orkesten ziet en hoort, dan denk je dat ze alleen maar marsen spelen. In de concertzaal spelen ze heel andere muziek. En heel veel verschillende soorten.

Er zijn muziekstukken die kort of heel lang geleden door symfonieorkesten werden gespeeld. Daarvoor is het nodig dat iemand die muziek wat verandert. Want het harmonieorkest heeft geen strijkinstrumenten.
Andere muziek die voor een harmonieorkest wordt veranderd zijn hele bekende liedjes die je op de radio hoort, dus popmuziek. Maar ook filmmuziek. Er is bijvoorbeeld nu ook muziek van Harry Potter en van Lord of the Rings.

Er zijn mensen die speciaal voor het harmonieorkest nieuwe muziek bedenken en opschrijven. Iemand die dat doet heet een componist.

Het leren spelen op een instrument

Je kunt je al aanmelden bij een orkest als je nog niet op een instrument kunt spelen. Sommige orkesten hebben leraren die je les geven. Soms krijg je alleen les en soms in groepjes. Andere orkesten hebben zelf geen leraren, maar laten de leraren van de muziekschool lesgeven.

Je moet thuis veel oefenen, het liefst elke dag. Als je heel goed je best doet, dan kun je ook voor diploma’s leren.
Sommige orkesten hebben een speciaal orkest voor muzikanten die nog niet klaar zijn met leren. Dat heet het leerlingenorkest. Als je daarin mag meedoen kun je alvast wennen aan het samenspelen. Het is belangrijk dat je ook leert luisteren naar de andere muzikanten.

Als laatste

Er is natuurlijk véél meer te vertellen over het harmonieorkest en ook over andere orkesten. Als je meer hierover wilt weten kun je in de bibliotheek en op internet informatie zoeken. En er zijn ook wel video’s die je kunt bekijken. En misschien komt er wel een keer een mooi concert bij je in de buurt. Dan moet je echt eens gaan kijken en luisteren!

 

Comments are closed.