Gevangenis

In de gevangenis

Je komt niet zomaar in de gevangenis. Hiervoor moet je wel wat meer doen dan iemand een klap geven of ruzie maken. Net als bij jou thuis, zijn er in ons land ook regels. Deze staan in de wet. Je komt bijvoorbeeld in de gevangenis als je iets steelt, of een bank berooft of nog erger als je iemand hebt vermoord. Als de politie er achter komt wie het heeft gedaan wordt die persoon meegenomen naar het politiebureau en dat noemen ze arresteren. Als de politie je arresteert, kom je eerst in een politiecel. Daar mag je maar een paar dagen blijven. Word je nog niet vrijgelaten, dan kom je in een huis van bewaring terecht. Na een tijd krijg je een oproep om naar de rechtbank te komen. Daar bepaalt de rechter of je schuldig bent of niet. Ben je schuldig, dan hoor je welke straf je krijgt. Dit kan een boete zijn of gevangenisstraf of misschien wel allebei.

Binnen en buitenkant van de gevangenis

Een gevangenis is een groot gebouw met een heleboel cellen, dit zijn kamertjes waarin gevangenen worden opgesloten. Gevangenissen vind je in verschillende plaatsen in Nederland. Aan de buitenkant van het gebouw zie je al dat het een gevangenis is. Er staat vaak een hoge muur omheen en voor de ramen zitten tralies. Als je hier naar binnen wilt, moet je eerst langs de portier. Die controleert streng wie je bent en kijkt of je geen spullen bij je hebt die niet naar binnen mogen. Bijvoorbeeld wapens. De gevangene, die we ook wel een gedetineerde noemen, komen via een aparte ingang binnen met een speciaal beveiligd busje, waar je niet zo maar uit kan lopen.

In de gevangenis is het kaal en leeg en overal lopen bewaarders rond met een bos sleutels van de cellen. Er hangen ook overal video-camera’s om alle plekken goed in de gaten te houden. Elke cel is afgesloten met een stevige, ijzeren deur. In die deur zit een klein luikje, daardoor kan een bewaarder naar binnen kijken. Elke cel heeft een raam met tralies er voor, dit alles om te voorkomen dat gevangene kan ontsnappen. In de cel staat een bed, een bureau en een stoel. Sommige cellen hebben een eigen wc of douche. Als er geen wc op cel is en je moet in de nacht naar de wc , dan moet je op de po. {dit is een pot om in te plassen of te poepen}.

 

Gevangen zitten

In de gevangenis zit je opgesloten en zijn er veel regels. Alle gewone dingen gebeuren volgens vaste regels : opstaan, eten, werken, sporten en naar bed gaan. Dit staat in een zogenaamd dagprogramma. Hierop staat precies wat er te doen is op de dag voor iedere gevangene. Bijvoorbeeld ’s morgens werken en in de middag sporten en luchten. Luchten betekent dat de gevangenen in de buitenlucht komen. De gevangenen lopen of zitten dan op een binnenplaats met een hek en een hoge muur omheen. Ook er zijn steeds bewaarders bij aanwezig. Het luchten duurt een uur, dus je bent maar 1 uurtje per dag buiten.

In de gevangenis kun je werken. Dit bestaat meestal uit eenvoudig werk, bijvoorbeeld het inpakken van schroefjes of ook wel eens het inpakken van snoep !! Het kan dus wel eens voorkomen dat als je wat koopt in de winkel dat gevangenen dit hebben geteld en ingepakt.

Ook zijn er gevangenen die schoonmaak karweitjes doen, zoals het opruimen van de gevangenis. Dit baantje krijg je alleen maar als je netjes gedraagt. Wie zich niet aan de regels houdt krijgt straf, bijvoorbeeld als je niet luistert naar de bewaarders of als je met een andere gevangene gaat vechten. Zo iemand mag dan niet meer sporten of werken maar komt dan een week in een strafcel. Met alleen maar een matras en een deken op de grond.

1 keer in de week mag de gevangene bezoek ontvangen. Dit gebeurt in een aparte bezoekzaal. De bezoeker moet zich eerst bij de portiermelden en daar wordt hij gecontroleerd wie hij is en of hij niets mee naar binnen neemt. De bewaarders houden in de bezoekzaal toezicht. Na afloop van het bezoek worden alle gevangenen gecontroleerd of ze niets mee naar hun cel nemen. Hierbij moeten de gevangenen zich helemaal uit kleden. Ook mag een gevangene een paar keer naar huis bellen, dit moet hij wel altijd aan de bewaarder vragen. Wie zich goed gedraagt kan een groot deel van de dag buiten zijn cel doorbrengen, dit noemen ze recreatie. Hierbij kunnen ze dan met elkaar een spelletje doen of televisie kijken.

Een gevangenis heeft veel personeel in dienst. Als eerste natuurlijk bewaarders, maar ook een directeur, een portier, een kapper, een tandarts, een dokter, een dominee, te veel om op te noemen. Bijna alles wat je buiten tegenkomt is in een gevangenis ook aanwezig.

Geen pretje

Je hoort wel een zeggen dat een gevangenis een soort vakantie-oord is. Sommige mensen denken dat je daar een plezierig leventje leidt. Met sport en spel en televisie op de kamer. Maar die gedachte is echt fout. Een gevangenis is echt geen vakantie-oord. Het is er streng en erg saai, en je bent je vrijheid kwijt. Alles moet je vragen en je wordt heel de dag in de gaten gehouden. Andere mensen zijn ’s avonds gezellig thuis of bij vrienden, maar een gevangene zit alleen in zijn cel. Hij kan niet weg en er is niemand om met hem te praten. Elke dag, weken, maanden of zelfs jaren lang. Natuurlijk zijn er gevangenen die heel veel spijt hebben van wat ze gedaan hebben als ze in de gevangenis zitten. Zij zullen er wel voor oppassen om daar nog eens een keer terecht te komen. Maar er zijn ook gevangenen die niets leren van hun straf. Vaak lukt het niet om weer werk te vinden na hun gevangenisstraf en gaan ze meteen weer het verkeerde pad op. En komen ze weer terug in de gevangenis. Soms krijgen gevangenen een proef verlof, hierbij wordt gekeken of de gevangene zich buiten goed aan de regels houdt om later dan eventueel eerder met ontslag te gaan. Dit betekent dat hij niet meer terug hoeft naar de gevangenis.