Donor

Inleiding

Ik hou mijn spreekbeurt over donor zijn. Omdat ik het heel belangrijk vind dat mensen donor zijn. En ik wil jullie graag vertellen wat donor zijn eigenlijk precies is en waarom iedereen donor zou moeten zijn. Je hebt twee soorten donoren ik ga vooral vertellen over de orgaandonor.

Hoofdstukken

  • Wat is een donor ?
  • Wie kan donor zijn ?
  • Afscheid
  • Wie krijgt je weefsels en organen ?
  • Doneren bij leven

Wat is een donor?

Donor betekent gever, dat is dus iemand die iets geeft.
In dit geval zijn dit mensen die na hun dood (en soms ook tijdens hun leven ), organen en weefsels aan iemand willen geven die daardoor een langer leven heeft.
Het kan ook zijn dat door dat donororgaan diegene zelfs helemaal beter wordt.

Om een beetje een idee te krijgen van organen en weefsels noem ik er nu een paar:

Je organen zijn : Nieren, lever, hart, longen, alvleesklier en de dunne darm

Een paar weefsels zijn: Je huid, hoornvliezen, hartkleppen, grote bloedvaten en bot en peesweefsel.

Organen kun je niet zo goed bewaren als weefsels.
Als iemand een orgaan doneert moet dat orgaan meteen geplaatst worden in het lichaam van diegene die het nodig heeft. Met een moeilijk woord heet dat transplanteren. Weefsels kun je ongeveer 7 maanden bewaren. Als je ze daarna nog langer wilt bewaren dan moet je ze invriezen, dan zijn ze ongeveer een jaar of vijf houdbaar. Het is belangrijk dat je bijvoorbeeld een stuk huid langer kan bewaren omdat zo’n stuk huid lang niet bij iedereen past.

Wie kan een donor zijn?

In het algemeen kan iedereen donor worden: oude mensen,jonge mensen, gezonde mensen maar ook zieke mensen. Ook al heb je gezegd dat je donor wil worden, het is nooit helemaal zeker dat je ook echt donor wordt. Pas als je overleden bent kijken artsen of je organen en weefsels wel geschikt zijn om te donoren. Dat hangt ook af van de plaats waar je overlijdt. Ook is het belangrijk hoe je bent overleden en waardoor. Als je een auto-ongeluk heeft gehad kan het zijn dat ze daarna niet meer te gebruiken zijn omdat ze door het ongeluk beschadigd zijn. Als je een tattoo of een piercing laat zetten heb je een kleine kans dat je een infectie krijgt. Daarom kun je nadat je een tattoo of piercing hebt laten zetten een half jaar geen donor zijn. Als het langer dan een half jaar geleden is,maakt het niets meer uit.
Ook als je met hiv ( dat is het virus dat zorgt dat je aids krijgt.) besmet bent of je hebt al aids dan kun je meestal ook geen donor meer zijn.

Afscheid

Wanneer iemand overlijdt ,wil je natuurlijk wel goed afscheid kunnen nemen.
Voor afscheid nemen heb je tijd nodig, die tijd heb je ook als iemand donor is. Je familie hoeft zich niet te haasten omdat diegene donor is. Misschien willen je familie en vrienden je nog zien nadat je organen en weefsels uit je lichaam zijn gehaald. Daarom zorgen de artsen dat je niet meer ziet dat je donor bent geweest. Ze opereren natuurlijk wel, maar altijd op plekken waar je er niks van ziet als je wordt opgebaard. Dus nooit in het gezicht, de hals of aan de handen. En de plaatsen waar geopereerd is worden netjes gehecht en met pleisters bedekt. Als je huid doneert dan krijg je nog een extra pak aan zodat je daar ook niks van ziet. Je hoeft ook niet later begraven te worden. Dat kan gewoon op het moment dat jouw nabestaanden je begrafenis plannen.

Wie krijgt jouw weefsel en organen?

Het blijft onbekend wie je organen of weefsels krijgen. Een speciale organisatie Eurotransplant, bepaalt dat. Je kunt natuurlijk niet zomaar een orgaan aan iemand geven. Het orgaan moet natuurlijk wel passen bij diegene die het krijgt. Van te voren word iemand dan eerst heel goed onderzocht. De onderzoek gegevens komen dan bij Eurotransplant in de computer te staan. Ze kijken welke patiënt het beste past bij het donororgaan. Die persoon krijgt dan het orgaan. Eurotransplant is een internationale organisatie. Dat betekent dat mensen uit verschillende landen samen werken.

Hierdoor kan iemand in het buitenland ook een Nederlandse nier krijgen,of andersom dat iemand in Nederland een buitenlandse nier krijgt. De landen die bij de organisatie van Eurotransplant zitten zijn:

Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk, Duitsland, Slovenië en Kroatië. De organisatie die gaat over weefseldonatie en de weefselbanken (dat zijn de plekken waar ze weefsels bewaren ) heet : Bio Implant Servies . Afgekort BIS. BIS heeft alle belangrijke gegevens opgeslagen in een computer. Zo zien ze snel of er weefsels op voorraad zijn die passen bij de patiënt.

Doneren bij het leven

Ook als je leeft kun je orgaan of weefsel donor zijn. Maar meestal niet voordat je achttien bent. Ook bij volwassenen kijken ze eerst goed of het wel kan voor je gezondheid. Natuurlijk kun je niet alle organen doneren,want veel organen heb jezelf nodig. Iemand die doneert bij leven kan niet dezelfde organen doneren als bij de dood. Zonder je hart en longen ga je dood. Bij leven kun je wel: een nier, (een deel van ) de lever,(deel van de ) longen en je beenmerg doneren.

De wet heeft bepaald dat jongeren bij leven alleen een orgaan mogen doneren dat weer aangroeit. Hoewel je best kan leven met een nier,heeft de wet toch besloten dat iemand onder de achttien geen nier af mag staan. Dat geld ook voor je longen. Die groeien namelijk niet meer aan. De bekendste soort donatie bij leven is bloeddonatie, maar ook hiervoor moet je achttien zijn. Je lichaam maakt zelf wel weer bloed aan, maar tot je achttiende heb je het zelf te hard nodig. Over bloeddonatie vertel ik straks meer. Donor worden ja of nee. Veel mensen vinden het moeilijk.

Omdat ze vaak niet goed weten wat er precies gebeurt,of ze vinden het maar een eng idee. Sommige mensen vinden het meteen een goed idee. Eigenlijk is dat het ook wel,iemand helpen met organen en weefsels waar je zelf niets meer aan hebt.
De meeste mensen twijfelen ze vinden het een raar idee dat er organen uit hen lichaam worden gehaald,maar ze vinden het wel goed om anderen te helpen. Ik heb aan acht familieleden gevraagd of ze donor zijn en waarom niet of waarom wel.

  • Mijn oom Gert: Hij is donor en hij doneert alles wat nog goed is na zijn dood, Hij is donor omdat hij vind dat hij na zijn dood toch niks meer met zijn organen kan doen en het dan fijn vind dat hij anderen daarmee kan helpen. Ze mogen zijn organen er uit halen als ze hem maar wel weer goed dichtnaaien.
  • Mijn vader Gerrit: Ook hij is donor. Hij doneert alles wat ze kunnen gebruiken. Omdat hij zegt dat je zo iemand aan een langer en beter leven kan helpen. Hij is tevens ook bloeddonor,hij heeft bijna 50 x bloed gegeven.
  • Mijn tante Anja : Zij heeft besloten dat haar nabestaanden mogen beslissen of ze na de dood wel of niet organen weggeeft.
  • Mijn neef Silvan: Is geen donor,hij wil niet dat ze aan zijn organen komen. Die zijn van hem. Hij wil alleen als het echt moet.
  • Mijn oom Jan: Is geen donor omdat dat niet kan omdat hij vroeger ziek is geweest, maar hij vind het wel belangrijk.
  • Mijn moeder Trudy: Ze is nog geen donor, Maar ze twijfelt nog.
  • Mijn oma Ge : is geen donor omdat ze vroeger ziek is geweest en daarom zijn haar organen niet meer zo goed te gebruiken.
  • Mijn zusje Celine en mijn neefje Nick: Ze zijn alle twee nog te jong, maar willen later misschien donor worden. Celine denk toch van niet.
  • Ikzelf: vind het wel belangrijk,maar laat het over aan mijn nabestaanden

Registreren

Als je hebt besloten dat je wel of niet donor wilt zijn, dan kun je vanaf je twaalfde dat officieel invullen op een donorformulier. Als je het officieel vastlegt voorkomt het dat je geen donor wilt zijn en na je dood toch organen doneert omdat je familie dat wou.

Een donorformulier kun je krijgen door te bellen met :

  • 0900-821 21 66
  • ook kun je mailen naar:
  • info@donorvoorlichting.nl

je kunt het ook op verschillende websites die over orgaandonatie gaan printen. Ook bij de apotheek kun je er een halen.

Op het formulier kun je uit vier dingen kiezen:

  • Keuze 1 : Wanneer je keuze 1 kiest,geef je aan dat je het goed vind dat je donor bent. Misschien wil je niet alle organen weggeven, dat kun je aan de achterkant van het formulier aankruizen
  • Keuze 2: Als je voor keuze twee kiest heb je besloten geen donor te zijn.
  • Keuze 3: Bij keuze drie mogen je nabestaanden kiezen wat ze gaan doen. Als je voor keuze 3 kiest,is het handig dat je familie van te voren weet wat jij graag wilt. Zo kunnen ze rekening houden met hun keuze.
  • Keuze 4: Wanneer je keuze vier kiest mag een speciaal persoon dat geen familie of partner van je is. Als je overlijdt nemen de artsen contact met die persoon op. Ook dan is het handig dat die persoon weet wat jij wil.
 

11 Responses to “Donor”

  1. annick jonker

    wow,geniale spreekbeurt,je moet echt meer maken!

  2. Lisa Habing

    Ik vind het een hele goede spreekbeurt!!
    Goed gedaan !
    gefeliciteerd!!!

  3. Willem .

    Ik heb gelezen dat mensen met epilepsie gegeneraliseerde of partiële en veel jaren medicamenten slikten ( verplicht ) meestal geweigerd worden bij bloedtransfusie en ook bij doneren , afstaan ledematen ( nieren en dies meer beter niet ) en schenken aan wetenschap ook niet , is dat juist ? ja of neen .

  4. mahasine msar

    wow, echt interesant ik hoop dat je een mooi cijfer hebt gehad.