Lieveheersbeestje

Wie het het lieveheersbeestje?

Veel mensen vinden insecten, en vooral kevers, maar griezelige beesten. Ze hebben van die rare sprieten op hun kop, van die enge dunne pootjes, En ook hun lijf ziet er vreemd uit. Mensen denken dat ze vast en zeker hard en gemeen bijten. “Misschien zijn ze nog wel giftig ook!”, Denken ze. Maar… lieveheersbeestjes vinden de mensen wél leuk. Ze zien er ook helemaal niet gevaarlijk uit. Ze hebbenmooie, vrolijke kleuren en zijn erg klein. Sommige mensen denken dat een lieveheersbeestje het weer kan voorspellen. Ze zetten hem dan op hun hand en blazen hem weg. Als het weg vliegt, wordt het de volgende dag mooi weer, maar als het op de grond valt dan weet je het wel… Alweer regen. Het lieveheersbeestje behoort tot de familie kevers, en kevers horen weer bij de insecten. Er zijn 59 verschillende soorten lieveheersbeestjes in ons land. Sommige soorten herken je gelijk, andere zijn moeilijk uit elkaar te houden. Niet alle lieveheersbeestjes hebben evenveel stippen. Er zijn lieveheersbeestjes met 2, 7, 12, of zelfs 24 stippen.

Vaak wordt er gezegd dat het aantal stippen de leeftijd van het diertje aangeeft, maar dat is beslist niet waar. Het zijn gewoon verschillende soorten. Ook niet alle lieveheersbeestjes zijn oranje van kleur. Er zijn gele soorten met zwarte stippen, zwarte met oranje stippen. Ook zijn er lieveheersbeestjes die helemaal geen stippen hebben.

Het lichaam

Het lieveheersbeestje behoort dus tot de insecten. Dat betekent dat: Het lichaam bestaat uit drie delen: de kop, het borststuk en het achterlijf.

Aan de voorrand van de kop zit de mond. Die is ingewikkeld gebouwd. Het bestaat uit een boven- en onderkaak, en ook verschillende tasters. Hiermee houdt hij zijn prooi vast. Het heeft ook twee speciale ogen: de facetogen. Die bestaan uit een groot aantal kleine oogjes. Het borststuk bestaat uit drie ringen. Die heten: het voorborststuk, het middenborststuk en het achterborststuk. Zulke ringen heten segmenten. Aan het middenborststuk zitten de dekschilden,en aan het achterborststuk de vleugels. De dekschilden hebben meestal opvallende kleuren. De dekschilden worden gebruikt bij het vliegen en geven bescherming. Een lieveheersbeestje heeft ook de poten aan het borststuk, aan elke ring één paar. Dus een lieveheersbeestje heeft 6 poten. Zo’n poot bestaat ook weer uit allemaal delen: de heup, de dijring, de dij, de scheen en de voet. Aan de voet zitten kleine klauwtjes waar het diertje zich mee vasthoudt. In het achterlijfje zitten organen voor de spijsvertering en de voortplanting. De eitjes van een lieveheersbeestje zijn oranje. Uit die eitjes komen larven, die verpoppen zich na een tijdje. Uit die poppen komen dan de volwassen lieveheersbeestjes tevoorschijn. De meeste lieveheersbeestjes eten bladluizen. Bladluizen leven in groepen. Het lieveheersbeestje legt haar eitjes bij zo’n groep zodat de larven niet erg lang naar eten hoeven te zoeken. Lieveheersbeestjes hebben een leuke gewoonte. Ze kruipen bijna altijd omhoog. Ze zoeken het zonlicht op. Een lieveheersbeestje is een heel nuttig dier want als je hem op een plant zet eet hij alle bladluizen er vanaf.

Eén lieveheersbeestje eet zo’n 100 bladluizen per dag.