Bever

Laatste bever in Nederland

Om te beginnen vertel ik jullie een verhaal over de laatste bever in Nederland! We gaan een eind in de geschiedenis terug, naar het jaar 1825. Een visser voer op de IJssel in Nederland, toen hij vlak bij zijn boot een “waterdier” ontdekte. De man was zo bang dat hij het dier een dodelijke slag gaf!
De man wist niet dat hij de laatste in het wild levende bever van Nederland had doodgeslagen.
Vroeger kwamen bevers in heel Europa voor, nu alleen nog maar in Zuid-Frankrijk, Duitsland, Westelijk Rusland en Zuid-Noorwegen.
Toch is dit niet helemaal waar. De laatste jaren heeft men zowel in Nederland als in België bevers uitgezet op plaatsen waar ze vroeger leefden.
Dit is een project waar veel studie aan voorafgegaan is.
Een aantal jaar geleden heeft men in het Waalse dorpje Ni een bever gevangen. Een weekje later werd hij vrijgelaten omdat hij niet meer wou eten.
Men heeft nagegaan met een DNA-test of het om een Europese of een Canadese bever ging. De bever kreeg wel een chip mee, dit is een identificatiemiddel. Zo kan men onze vriend volgen.

Over de bever

De bever is een prachtig dier(knaagdier en zoogdier) met twee scherpe knaagtanden en twee heel handige voorpootjes. Een groot “waterdier” van 120 cm waarvan de staart 30 cm lang is. Hij kan tot 30 kg zwaar worden en gemiddeld 15 jaar worden. Spijtig genoeg heeft de bever een sterke vijand. Ja de mens…
De mensen gebruikten vroeger de pels om vilt te maken voor hoeden, bontkragen aan jassen en dergelijke dingen. Bevers werden ook gedood om hun bevergeil. Vroeger dacht men dat “bevergeil” een krachtig geneesmiddel was. Het is een sterk ruikend vocht dat uit twee klieren in zijn achterlijf komt om hun territorium af te bakenen. In Canada en Amerika zijn hun vijanden buiten de mens, dieren natuurlijk, zoals: uil, poema, wolf, beer, marter, lynx en de prairiewolf.

Waar woont de bever

Hij woont altijd in de buurt van water en er moeten veel bomen zijn. Vooral wilgen en populieren en er moeten veel kruiden groeien. De bever woont meestal in een burcht. Wij kennen een burcht als een versterkt kasteel. Voor de bever heeft deze geordende takkenhoop de zelfde functie. Het is een hol onder een stapel takken. De ingang van het hol zit altijd onder water. Dit is voor de veiligheid. Mogelijke vijanden kunnen de burcht niet betreden.Soms maakt hij ook een hol in steile oevers, maar dan moet het waterpeil steeds gelijk blijven omwille van zijn ingang onder water.


De burcht van buiten en…


de burcht van binnen…

De bever regelt met de hoogte van de dam het waterpeil rond zijn burcht. Op deze manier blijft de ingang mooi verborgen onder water.

Hoe zit de burcht in mekaar?


Hij werpt een takkenburcht op van geschilde takken en stammen, planten en modder. Soms is dit bouwwerk tot 3 meter hoog en kent een omtrek van 12 meter. De bever is een echte bouwer. Als de bever de burcht in zwemt, komt hij eerst in de natte kamer. Daar gaat hij zijn natte pels uitschudden. Daarna kruipt hij naar de droge kamer om te slapen, rusten, poetsen of te vlooien. De droge kamer is bedekt met geschilde takken, deze takken zijn op maat geknaagd. Regelmatig wordt het bed opgeschud en ververst. Boven in de takkenburcht zit een luchtgat, dat uitkomt in de droge kamer. In de zomer maakt de bever een leger, een veilige burcht. Dat is een ondiepe kuil die bekleed is met houtspaanders. Daarvoor zoekt hij een plaats onder de struiken of dichte kruidenbegroeiing.

Beverjongen

Heel de familie helpt mee bij de opvoeding van de jongen. Toch gaan ongeveer 3 van de 4 beverjongen dood voordat ze volwassen zijn. De meeste gaan dood doordat ze in het gebied verdwalen. Ze lopen bijtwonden door soortgenoten op of krijgen infecties. Jonge bevers blijven tot en met hun tweede jaar in de burcht van hun ouders. Daarna worden ze verstoten en gaan op zoek naar een eigen territorium, een eigen woongebied.

Met wie leeft de bever eigenlijk?

Bij de bever bestaan geen echtscheidingen, want de mannetjes en vrouwtjes blijven heel hun leven samen, ze vormen dus hechte paartjes.
Als bevers 3 jaar zijn, kunnen ze jongen krijgen. De vrouwtjes worden bevrucht tussen januari en maart en blijven 105 dagen in verwachting. In de burcht worden 2 tot 4 jongen geboren. Ze zijn behaard en hebben hun oogjes al open. Drie maanden lang drinken de jongen bij hun moeder. Vader bever en de jongen van vorig jaar mogen de eerste tijd niet in de burcht komen. Na een paar weken krijgen de jongen ook plantaardig voedsel. Na 6 weken mogen ze voor het eerst buiten de burcht komen. Ze kunnen dan al zwemmen.
Heel de familie helpt mee bij de opvoeding van de jongen. Toch gaan ongeveer 3 van de 4 beverjongen dood voordat ze volwassen zijn. De meeste gaan dood doordat ze in het gebied verdwalen. Ze lopen bijtwonden door soortgenoten op, of krijgen infecties. Jonge bevers blijven tot en met hun tweede jaar in de burcht van hun ouders. Daarna worden ze verstoten en gaan op zoek naar een eigen territorium, een eigen woongebied.

Wat heb ik nou onthouden bij het voorbereiden van deze spreekbeurt.

Waar bevers wonen, worden bomen omgeknaagd, kanalen gegraven, oevers afgevlakt en bouwwerken opgericht. Verschillende planten-en diersoorten hebben daar voordeel aan.

  • Als er bomen omvallen, kan er meer zonlicht op de bodem komen, daar gaan dan makkelijker kruiden groeien.
  • Naar de kruidenlaag komen veel andere dieren. Muizen, vogels, vlinders en andere zoogdieren.
  • Door de graafwerken van de bever ontstaan plassen en poelen. Allerlei vissen, padden, kikkers, salamanders en ook verschillende insecten kunnen daarin hun jongen grootbrengen.
  • De burchten bieden onderdak aan woelratten, muizen en andere kleine roofdieren.
  • De omgevallen bomen en achtergebleven boomstronken kunnen begroeien met mos en varens.
  • De nieuwe jonge twijgen zijn voedsel voor de reeën.
Dus:de bever is een verrijking voor de natuur
spreekbeurt
 

2 Responses to “Bever”