Aan deze wasbak moest men wassen, afwassen en zichzelf wassen. De lager gelegen huizen overstroomde dikwijls door de Rupel. Riolering en deftige straten waren er niet. De huisjes waren 3 m breed en hadden een klein venstertje. Binnenin was er een woonkamer en onder het lage dak 2 slaapruimten met piepkleine dakvenstertjes. In deze woningen moesten vaak erg grote gezinnen met z’n allen slapen. Keuze was er niet: wou men op de steenbakkerij werken, dan werd je verplicht om in een huisje van de patroon te wonen. De huurprijs bedroeg in 1913 net 9 frank (€ 0,24). Dat was in die tijd erg veel geld.
De terugval
In de jaren ’60 kwam er stilaan concurrentie van andere bouwmaterialen, zoals beton. De aanmaak van bakstenen gebeurde meer en meer met machines. Maar voor de vele kleine baksteenfabrikanten waren die investeringen te duur. Gevolg; zij moesten hun deuren sluiten of gingen failliet. Vele schouwen werden gedynamiteerd, waardoor ze als kaartenhuisjes in mekaar stortten. Vandaag de dag zijn er nog maar een paar steenbakkerijen in werking.
Toerisme
De Rupelstreek heeft nadien moeilijke tijden moeten doorstaan. Vandaag de dag kan je het zware werkverleden nog opsnuiven in heel wat musea. De oude kleiputten hebben allang een andere bestemming gekregen: woonwijk, visputten, recreatiedomein…en soms een stortplaats. De geschiedenis van de Rupelstreek werd door Willy Vandersteen prachtig weergegeven in het volgende stripalbum van Suske & Wiske.
Wil je Rupelstreek bezoeken? Dat kan hoor. De links hieronder kunnen je alvast helpen!!
Comments are closed.