De eerste race binnen de autosport werd in 1887 in Frankrijk verreden, waarbij de coureurs heen en weer van Parijs naar de kustplaats Bordeaux reden. Destijds werd er veel minder hard gereden dan men tegenwoordig in de Formule 1 doet. Het gemiddelde van de winnaar over dit parcours lag op slechts 24 kilometer per uur, waardoor de race in totaal meer dan 24 uur duurde. Wanneer je dacht dat deze race over een circuit ging, heb je het mis! De race werd namelijk gewoon over de normale autoweg verreden. Dit is niet gek, want in de tijd van de eerste race reden er nog nauwelijks auto’s over deze wegen. Tijdens de race moesten coureurs zelf aan de auto sleutelen als zij met pech te maken kregen onderweg.
Na deze eerste autorace werd er nog verschillende andere keren over de Franse wegen gereden. Dit ging zo door tot men in 1903 met een zwaar ongeluk te maken kreeg, waarbij tien mensen overleden. Vanaf dat moment verbood de Franse regering nieuwe races op openbare wegen. Kort na het ongeluk, in 1906, werd het eerste circuit voor autoraces geopend.
De Grand Prix
Nadat het eerste circuit geopend was, duurde het nog even voor de eerste Formule 1-auto’s om het kampioenschap streden. Het eerste kampioenschap binnen de Formule 1 werd in 1950 verreden, welke door de Federation Internationale de l’Automobile (FIA) georganiseerd werd. Voorafgaand aan de Grand Prix worden tegenwoordig verschillende vrije trainingen en kwalificaties verreden, om de startposities van de verschillende coureurs te bepalen. Tijdens de kwalificaties vallen een aantal coureurs af, totdat het raceveld gevuld is met de beste coureurs.
De beste coureurs maken in de laatste kwalificatieronde uit wie vanaf de “Pole Position” mag starten, wat de eerste startplaats tijdens de Grand Prix is. Het gaat hierbij niet om de posities van de verschillende coureurs, maar om de coureur die de snelste tijd neer heeft weten te zetten gedurende de kwalificatie. Het is niet alleen voor de Pole Position belangrijk om tijdens de kwalificatie een goede tijd neer te zetten, ook heb je met een snellere tijd langer de tijd om aan je auto te sleutelen. Het geheel aan kwalificaties duurt niet langer dan uur, waarna de startposities voor de Grand Prix bepaald zijn.
Tijdens de Grand Prix, die vaak op zondag verreden wordt, rijden de coureurs eerst een testronde vanaf hun startpositie. Dit geeft coureurs de kans om de banden van hun raceauto op te warmen. Na deze testronde gaan de coureurs nogmaals op hun startpositie staan om de race kunnen starten. Bij de start van de Formule 1 Grand Prix staan eerst vier roodgekleurde lampen aan, waarna deze stuk voor stuk uit zullen gaan. Op het moment dat de vier rode lampen gedoofd zijn, zal het licht op groen springen en mogen de coureurs rijden.
Wereldkampioenschap Formule 1
Gedurende het raceseizoen van de Formule 1 kunnen coureurs punten bij elkaar verzamelen. Bij iedere Grand Prix wordt hetzelfde aantal punten verdeeld over de beste tien coureurs tijdens de race. Het geheel aan punten wordt bij elkaar opgeteld en bepaalt je positie in het wereldkampioenschap aan het eind van ieder seizoen. De best geklasseerde coureur krijgt 25 punten, de nummer 2 krijgt er 18 en de nummer 3 verdient 15 punten met zijn klassering.
Om deel te mogen nemen aan het wereldkampioenschap voor de Formule 1, moet je lid van een van de deelnemende teams zijn. Veel coureurs hebben voor hun deelname aan de Formule 1 deelgenomen aan andere raceklassen, zoals de Formule 3000, de Formule 2 en de DTM-klassen.
Een Formule 1-raceauto
Door de jaren heen is het ontwerp van de Formule 1-raceauto sterk veranderd, tot het model wat we nu kennen van de Formule 1. Bij dit model raceauto moet het stuur eerst losgehaald worden om in de auto te kunnen gaan zitten. Wanneer je met deze auto’s op een lang recht stuk rijdt, kan de auto snelheden van boven de 300 kilometer per uur halen, wat met een normale auto in geen geval mogelijk zou zijn. Dit komt door de kracht die de motor in de Formule 1-raceauto genereert.
In 1970 werden veel raceauto’s van een turbomotor voorzien, die ervoor zorgde dat de motor nog meer kracht kan leveren. Tegenwoordig is het gebruik van de turbomotor niet langer toegestaan.
Gedurende de Grand Prix is het voor coureurs mogelijk om van banden te veranderen. Vaak is de bandenkeuze afhankelijk van het weer tijdens de race. Zo hebben teams bij de Formule 1 speciale regenbanden, die meer grip bieden tijdens een race. Met deze regenbanden wordt het water onder de banden vandaan gedrukt. Ook de standaardbanden van de raceauto’s bieden voldoende grip, mede doordat deze banden zo breed zijn.
Tijdens een race speelt het stuur van de raceauto een belangrijke rol. Op het stuur kan een coureur alle belangrijke gegevens van de auto inzien. Zo vertelt de informatie op het stuur een coureur op welke punten de auto kapot is, hoe het met zijn brandstofvoorziening zit, enzovoorts. Via de communicatie met de pits hoort een coureur of het noodzakelijk is om de auto te repareren tijdens een Grand Prix.
Formule 1-vlaggen tijdens een Grand Prix
Wanneer je weleens naar de Formule 1 gekeken hebt, zal het zijn opgevallen dat er in bijna iedere bocht mensen met vlaggen staan. Deze vlaggen zijn erg belangrijk voor de coureurs, want het geeft aan of het circuit veilig is. Op het moment dat er bijvoorbeeld een ongeluk gebeurt tijdens de race zal een van de mensen aan de zijkant van het circuit met een gele vlag zwaaien. Voor de coureurs betekent dit dat ze op moeten passen voor losse onderdelen of andere materialen op het parcours.
De gele vlag is niet de enige vlag die tijdens een Grand Prix gebruikt wordt. De belangrijkste vlaggen zijn de groene, blauw, rode, witte en zwart/wit geblokte vlag. Bij een gele vlag moeten coureurs hun snelheid minderen en mogen ze elkaar niet inhalen. De groene vlag geeft aan dat de situatie met de gele vlag niet langer geldt en dat coureurs hun snelheid mogen verhogen. Met de blauwe vlag geven de mensen langs de kant van het circuit aan dat er een snellere auto achter je aan komt. Het betekent dat je aan de kant moet, zodat de snellere auto je kan passeren. Een witte vlag is het signaal voor de coureurs dat er een safety car aankomt, die coureurs niet in mogen halen. Vaak wordt de safety car ingezet als het racen op het circuit te gevaarlijk wordt. De rode vlag betekent het einde van een training of kwalificatie.
Tot slot zullen de coureurs de zwart/wit geblokte vlag aan het einde van de race zien, als zij de finish gepasseerd zijn.
Comments are closed.