Spreekbeurt over de lama

De lama behoort, net als onder meer de alpaca, tot de kameelachtige dieren. Ze komen oorspronkelijk uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika en stammen af van de Guanaco en Vicuña. Deze leefden in het wild in vrij kleine kuddes op de hoogvlakten van de Andes. Al enkele duizenden jaren terug is de mens ze gaan gebruiken voor de productie van wol en vlees, maar ook als lastdier. Door heel doelgericht te fokken, zijn er twee soorten lama’s ontstaan.

Wat zijn de kenmerken van de lama?

De meest voorkomende soort is de chaku. Deze wordt gekenmerkt door de dikke wollige vacht die verschillend van kleur kan zijn, uiteenlopend van wit, roodbruin en grijs tot zwart. Ze kunnen geheel effen van kleur zijn, maar ook gevlekt. De ccara heeft daarentegen juist een heel korte vacht.

Lama’s hebben een schofthoogte, dit is de hoogte van de schouders, van 100 tot 120 centimeter. De totale lengte van kop en romp ligt tussen de 120 en 225 centimeter. Het gewicht ligt tussen de 130 en 155 kilogram.

Een lama heeft geen echte hoeven, maar twee tenen. Onder hun voeten hebben ze een dikke eeltlaag. Heel kenmerkend is de gespleten bovenlip. Ze hebben ook geen voortanden in de bovenkaak.

Een mannetje wordt ook wel hengst of macho genoemd. Een vrouwtje noemen we merrie of hembra. De paartijd is meestal net na de zomer. Een vrouwtje is bijna een jaar lang zwanger en krijgt altijd 1 jong dat we cria noemen. Dit drinkt ongeveer 6 maanden bij de moeder. Ze zijn na 3 jaar volwassen en kunnen 20 tot 25 jaar oud worden.

Wat is het leefgebied van de lama?

De meeste lama’s leven in Zuid-Amerika, in het Andesgebergte, in de landen Bolivia, Chili, Ecuador en het noordwestelijk deel van Argentinië.

De inwoners van deze gebieden gebruiken de lama van oudsher als lastdier, tot de komst van de Europeanen leefden er namelijk geen paarden in Zuid-Amerika. Daarnaast was de lama belangrijk voor de productie van wol en vlees. In de afgelegen gebieden is dit nog altijd het geval.

Ook in de Verenigde Staten, Europa, Australië en Nieuw-Zeeland houdt men al enkele eeuwen lama’s, vooral als gezelschapsdier.

Waarom spugen lama’s op mensen?

Lama’s spugen naar soortgenoten als ze ruzie met elkaar hebben, maar ook naar roofdieren om te dreigen. Lama’s die de mens als soortgenoot zijn gaan zien, zullen ook naar ons gaan spugen als ze boos zijn. Vrouwtjes spugen ook wel naar mannetjes, bijvoorbeeld als ze zwanger zijn.

Wat is het verschil tussen een lama en alpaca?

De lama en alpaca zijn heel goed van elkaar te onderscheiden. Allereerst is de alpaca een stuk kleiner dan de lama. Zijn schofthoogte ligt tussen de 80 en 95 centimeter en weegt tussen de 50 en 90 kilogram. Ook de stand van de oren verschilt. Deze is bij de lama banaanvormig, terwijl ze bij de alpaca recht staan. Een ander groot verschil is hun vacht. De alpaca is veel wolliger en verhaard veel minder dan de lama.

Hoe verzorg je een lama?

Lama’s zijn kuddedieren, zorg dus dat je ze in groepjes houdt. Zorg voor een goed hekwerk om de wei. Gebruik daarvoor geen prikkeldraad of stroomdraad.

De lama eet plantaardig voedsel. In tegenstelling tot echte herkauwers als koeien en schapen bijvoorbeeld, hebben ze een maag die uit drie in plaats van vier delen bestaat.

Daarom is het belangrijk dat ze naast veel hooi en vers gras ook speciaal lama-voer krijgen. In de winter of tijdens een zwangerschap, kun je ook bijvoeren met bietenpulp. Zorg ervoor dat ieder dier zijn eigen voederplek heeft. Ze drinken ook veel, dus zorg dat er altijd vers drinkwater is.

 

Comments are closed.