Spreekbeurt slangen

Slangen zijn reptielen, net als schildpadden, krokodillen en hagedissen. In tegenstelling tot de andere reptielen, hebben slangen een lang dun lichaam zonder ledematen. Er zijn meer dan 3.000 verschillende soorten slangen, waarvan de python, cobra en boa, de bekendste zijn. Ongeveer 15 procent van alle slangen is giftig.

Wat zijn de kenmerken van een slang?

Het meest kenmerkende aan de slang is natuurlijk zijn lichaamsvorm. Deze is bij alle slangen gelijk. Ze verschillen echter wel enorm in grootte. Zo heb je kleine slangen slechts 15 centimeter tot aan grote dikke slangen van wel 9 meter.

De huid van een slang bestaat uit schubben. Hierdoor kunnen ze niet zweten. Vaak zien ze er glibberig uit, maar de huid is wel degelijk droog en waterafstotend. De schubben zitten niet aan elkaar vast, maar liggen op een rekbare huid. Deze kan zich dus uitzetten als de slang zich voortbeweegt maar ook bij het ademen en vooral als hij een prooi aan het verslinden is.

De kleur van de schubben is meestal afgestemd op de ondergrond van het gebied waar hij leeft. Zo valt hij niet op. Giftige slangen hebben daarentegen vaak juist felle kleuren. Zo laten ze aan vijanden weten dat ze beter op zoek kunnen gaan naar een andere prooi.

Omdat de slang op zijn buik kruipt, slijten de schubben af. Doordat deze niet kunnen groeien, moet een slang ze steeds vernieuwen. Dit noemen we ook wel het vervellen van de slang. De slang werpt hierbij in één keer zijn huid af.

Een slang kan niet horen want hij heeft geen oren. Hij heeft ook geen oogleden, dus zijn ogen zijn altijd geopend, ook tijdens het slapen. Slangen staan bekend om hun gespleten tong die continu naar buiten komt. Dit noemt men ook wel tongelen. Op deze manier kan de slang geuren ruiken.

Wat is het leefgebied van de slang?

Slangen komen op alle continenten voor, met uitzondering van de noord- en zuidpool en de gebieden die daar dichtbij liggen. Ook op verschillende eilanden in de Grote Oceaan en IJsland en Ierland zul je geen slangen tegenkomen.

Slangen zijn, net als de overige reptielen, koudbloedig. Ze leven dan ook vooral in de gebieden waar het wat warmer is. Bepaalde soorten hebben zich ook aangepast aan heel droge gebieden zoals in de savanne- en woestijngebieden. Andere soorten leven weer grotendeels ondergronds of in een waterrijke omgeving als rivieren, meren of de zee. Bijna alle slangensoorten kunnen dan ook heel goed zwemmen.

Klimmen kunnen ze ook als de beste. Dit komt ze goed van pas want er zijn ook veel soorten die in de tropische wouden in de bomen leven of in juist kale bergachtige gebieden.

Leven er in Nederland slangen?

Ook in Nederland leven er verschillende soorten slangen. De bekendste zijn de ringslang, de adder en de gladde slang.

Hoe planten slangen zich voort?

Slangen zijn solitaire dieren. Dit wil zeggen dat ze alleen leven. Ze zoeken elkaar alleen op om te paren. De meeste slangensoorten leggen eieren. Sommige soorten bewaken hun eitjes, maar eenmaal uitgekomen, moeten de pasgeboren slangen hun zelf zien te redden.

Wat eet een slang?

Slangen zijn carnivoren en leven van levende dieren. De heel kleine slangen eten voornamelijk insecten of slakken. De iets grotere slangen eten kleinere prooidieren zoals amfibieën die ze ineens doorslikken. Grotere slangen eten grotere prooidieren zoals knaagdieren. Deze worden eerst door vergiftiging of wurging gedood en daarna opgegeten. Er zijn ook soorten die zelfs andere slangen eten. De soorten die in het water leven, eten vaak vis.

Wat zijn de vijanden van de slang?

Slangen hebben met veel vijanden rekening te houden. Dit kunnen andere slangen, krokodillen, vogels of verschillende soorten zoogdieren zijn, zoals grote katachtige dieren, wezels, dassen en jakhalzen.

 

Comments are closed.